De Kerk van Christus en de armen of ongelukkigen.
VI. „Ik was in de gevangenis en gij zijt tot Mij gekomen" is een woord van den Christus, dat diep in het hart der geloovigen van de eerste eeuwen gegradeerd was met onuitw'ischbare letteren. Vandaar hunne bereidwilligheid om zich op allerlei wijze te ontfermen over ...
De Kerk van Christus en de armen of ongelukkigen.
VII. Tal van bewijzen zijn er aan te voeren voor de waarheid, dat Jezus' kerk in de eerste eenwen onzer jaartelling opkwam voor ongelukkigen en verdrukten, zonder het kwaad op eenige wijze te vergoelijken. Gregorius van Narianze begon, in eene rede, uitgesproken in ...
De Kerk van Christus en de armen of ongelukkigen.
VIII. De heiden, wiens hart gehecht was aan deze aarde en die geen hope koesterde voor het leven hiernamaals, was bang voor ziekte en vermeed de kranken. Ternauwernood droeg hij zorg voor zijne familieleden. Bij epidemiën liet men hen zonder eenige gewetenswroeging ...
De kerk van Christus en de armen of ongelukkigen.
XII. Met een enkel woord hebben wij reeds meegedeeld, dat in de 4e eeuw de kerk van Christus er op uit was om stichtingen en inrichtingen van liefdadigheid op te richten. Zoolang ze door den Staat vervolgd werd, kon natuurlijk van dergelijke gebouwen geen sprake zi ...
Het Paaschfeest der eerste eeuwen.
„De dood heet tegenwoordig een slaap. De dood, die vóór Christus' opstanding een vreeselijk aanzien had, is nu geworden tot iets, dat zich licht laat verachten. Zie de schitterende zegepraal der opstanding. Door haar zijn ons duizenderlei goederen ten deel gevallen, door haar spotten wij met den ...
De kerk van Christus en de armen of ongelukkigen.
XIII. Een der meest beklagenwaardige ongelukkigen, die de kerk des Heeren zich heeft aangetrokken, is de melaatsche geweest. In de eerste eeuwen vertoonde deze vreeselijkste der krankheden zich vooral in het Oosten van Azië, en verrezen voor hare lijders hospitalen ...
De kerk van Christus en de ormen of ongelukkigen.
Sinds door en met Constantijn den Grooten het Christendom gezegepraald had, had de staat de kerk steeds gesteund in haren arbeid der barmhartigheid. De kerk deed alles op dit terrein 'en de staat diende haar. Zoo was het tenminste in het midden en zuiden van Europa. Vooral in de Middeneeuwen, toe ...
De kerk van Christus en de armen of ongelukkigen.
XVI. Bepalen wij ons thans tot den dienst der barmhartigheid, zooals die in de Gereformeerde kerken van ons vaderland opgevat werd, dan zien wij, dat het Calvinisme terstond bij zijn optreden gevoelde, hoe noodzakelijk het was den arbeid der Christelijke liefde naa ...
De kerk van Christus en de armen of ongelukkigen.
XVII. Hoe goed en zuiver de beginselen ook waren, waarmee de kerk des Heeren in deze landen het werk der Barmhartigheid begon, het is bij die beginselen bijna geheel gebleven, ten minste wat de praktijk betreft. Een groote belemmering voor de rechte ontwikkeling va ...
De kerk ban Christus en de armen of ongelukkigen.
XVIII. Eindelijk had men te Embden nog een armenzorg voor de arme schippers. „Het schippersgild had zijne eigene wetten en stond onder de leiding van twee voor hun gansche leven benoemde olderlieden en vier regenten, aan welke laatsten de zorg voor de armen van het ...