Van de Voleinding.
XXXIV. Mijnen boog heb ik gegeven in de wolken. Die zal zijn tot een teeken des verbonds tusschen Mij en tusschen de aarde. Gen. 9 : I3. Toen de geloovigen der eerste tijden tot in hun gezinsleven de vermenging met de lieden der were ...
Van de Voleinding.
XXXVII. Daarom, komende in de wereld, zegt hij: Slachtoffer en offerande hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt mij het lichaam toebereid. Hebr. I0 : 5 Zoo is er dan in het groote wereldproces tweeerlei strooming, de ééne uitgaande van ...
Van de Voleinding.
XXVIII. Omdat zij, God kennende Hem als God niet hebben ver* heerlijkt of gedankt; maar zijn verijdeld geworden in hunne overleggingen, en hun onverstandig hart is verduisterd geworden. Zich uitgevende voor wijzen, zijn zij dwaas geworden, Rom, ...
Van de Voleinding.
IV. En ik zag eenen nieuwen hemel en eene nieuwe aarde; want de eerste hemel en de eerste aarde was voorbijgegaan, en de zee was niet meer. Openb. 21 : 1. Het grondverschil tusschen de bestaanswijs in dea tijd en de bestaanswijs in d ...
Van de Voleinding.
XXIX, En God heeft den zevenden dag gezegend, en dien geheiligd, omdat Hij op dezen gerust heeft van al zijn werk, hetwelk God geschapen had, om te volmaken, Gen. 2 : 3. Om de Voleinding van welke zaak ook te verstaan, moet ge altoos teruggaan op het begin e ...
Van de voleinding.
XXIII. Als zij nu van de opstanding der dooden hoorden, spotten sommigen daarmede; en sommigen zeiden: Wij zullen u wederom hiervan hooren. Hand. I7 : 32. Bleek de belangrijke beweging, die het spiritisme tot middenpunt heeft, ongeno ...
Van de voleinding.
XXII. Zeggende: aat af, wat hebben wij met tt te doen, gij Jezus Nazaréner? Zijt gij gekomen, om ons te verderven ? Ik ken n, wie ^ij zijt, namelijk de Heilige Gods. Markus i : 24.Niet alleen echter Ia het stuk der Bezetenen, maar schier op elk punt van myst ...
Van de Voleinding.
LXXX. DERDE REEKS. XVII. De zegen des HEEREN, die maakt rijk; en Hij voegt .er geene smart bij. Spreuken I0 : 32.Geheel in 't algemeen genomen kan men alzoo zeggen, dat de zegen een plus, de vlo ...
Van de voleinding.
XXIV. Want ik zoude zelf wel wen schen verbannen te zijn v& n Christus, voor mijne broederen, die mijne maagschap zgn naar het vleesch. Rom. 9 : 3, Nog otinder steekhoudend Is het bewijs, ontleend aan het aut, dat het geloof aan een voorbestaan van het z ...
Van de Voleinding.
LXVII. DERDE REEKS. IV. En wanneer de duizend jaren zullen geëindigd zijn, zal de satanas uit zijne gevangenis ontbonden worden. Openbaringen 20 : 7. De tweeërlei reeks ...