Van de Voleinding.
XIX. Zich uitgevende voor wijzen, zijn zij dwaas geworden. Rom. I : 22. Rijk gestoffeerd is de gedachtenwereld omtrent het einde der dingen onder de beschaafde verstands-en zaken-menschen niet. Men leeft in het heden; mat zich met de ...
Van de Voleinding.
CCII. ZESDE RKEKS, XXV. Alzoo zegt de HEERE: k ben wedergekeerd tot Sion, en Ik zal in het midden van Jeruzalem wonen; en Jeruzalenj^ zal geheeten worden eene '5tad der waarheid, en de berg des HEEREN der heirschAren, een berg ...
Van de Voleinding.
CCIII. ZESDE REEKS, XXIV. En hij zal het hart der vaderen tot de kinderen wederbrengen, en het hart der kinderen tof hunne vaderen; opdat Ik niet kome, en de aarde met den Ijan sla. Mal. 4 : 6. - ...
Van de Voleinding.
CCIV. ZESDE REEKS. XXVII. Toen zeide ik: ee mij, want ik verga; dewijl ik een man van onreine lippen ben, en ik woon in het midden eens volks, dat onrein van lippen is; want mijne oogen hebben den Koni ...
Van de Voleinding.
ccx. ZlïSDE RJEEKS. XXXIII. Waiit gelijk als die nieuwe Hemel en die nieuwe aarde, die Ik maken zal, voor mijnaangezichte zullen staan, spreekt de HEERE, alzoo zal ook ulieder zaad en ulieder naam staan. Jesaia 66 ...
Van de Voleinding.
CCXI. ZESDE REEKS. XXXIV. Menschcnkind, xeg tot den vorst van Tyrus: oo zegt de Heere HEERE: mdal uw hart zich verheft, en zegt: k ben God, ik xit in Godes stoel, in hét hart-der zeeën; daar gij een me ...
„Zij zullen mij allen kennen.”
(PINKSTEREN 1916]. En zij zullen niet meer, een iegelijk zijnen naaste, en een iegelijk zijnen broeder, leeren, zeggende: ent den HEERE; want zij zullen Mij "allen kennen, van hunnen kleinste af tot hunnen grootste toe, spreekt de HEERE; want Ik zal hunne ongerecht ...