„Jerusalem, Jerusalem !”
VAN HET LIJDEN ONZES HEEREN. II. Jeruzalem, Jeruzalem, gij die de profeten doodt, en steenigt, die tot u gezonden zijn, hoe menigmaal heb ik uwe kinderen willen bijeenvergaderen, gelijkerwijs eene hen hare kiekens ...
„Mijn begrafenis.”
VAN HET LIJPEN ONZES HEEREN. III. Want als lij deze zalf op mijn lichaam gegoten heeft, zoo heeft zij het gedaan tot eene voorbe: reiding van mijne begrafenis. Mattb. 26 : 12. Niet zoo onnatuurlijk dringt sich bij het in leven ...
„Bedroefd tot den dood toe.”
VAN HET LIJDEN ONZES HEEREN. IV. Toen zeide hij tot hen: Mijne ziel is geheel bedroefd tot den dood toe; blijft hier en waakt met mij. Matth. 26 : 38. Op heel den lijdensweg is er geen klacht over Jezu ...
„Verloochend.”
VAN HET LIJDEN ONZES HEBEEN. V. Maar hij zeide: Ik zeg u, Petrus, de baan zal heden niet kraaien, eer gij drie maal zult verloochend hebben, dat gij laij kent. Luk. 22 : 34. Wat moest onze Heiland, toe ...
„Verlaten”.
[GOEDE VRIJDAG.] En omtrient de negende ure riep Jezus met eene groote stemme, zeggende: ELI ELI LAMA .SABACHTHANI; dat is: mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten ? Matth. 27 : 46- Met het middaguur zonk op eenmaal een dikk ...
„Beschimpt”.
VAN HET LIJBEN ONZES HEEREN. VI. En het volk stond en zag het aan. En ook de oversten met hen beschimpten hem, zeg gende: Anderen heeft hij verlost ; dat hij nu zichzelven verlosse, zoo hij is de Christus, de uitverkorene Gods, Luk. 23 : 3 ...
„Heere, Gij weet, dat ik u liefheb.”
Hij zeide tot hem ten derden male; Simon Jooaszoon, hebt gij mij Hef? Petrus werd bedroefd, omdat hij ten derden male tot hem zeide: Hebt gij mij lief? en zeide tot hem: Heere, gij weet alle dingen, gij weet dat ik u liefheb. Jezns geide tot hem: Weid mijne schapen. Joh. 21 : ...
„Wat gaat het u aan”?
Jezus zeide tot hem: Indien ik wil, dat hij blijve, totdat ik kome, wat gaat het u aan? Volg gij mij. ]oh. 2i : 22. Er lag bestraflSng in die korte vraag: Wat gaat het u aan"? Vooral nu die vraag zich richtte tot Petrus, wiens heistelling in het apostolaat vlak voo ...
„Het komt U niet toe”.
En hij zeide tot hen: Het komt u niet toe, te weten de tijden of gelegenheden, die de Vader in zijne eigene macht gesteld heeft. Hand. i : ? .Scherp was de berisping, die Petrus ontving, toen de Heere, Petrus' vraag over Johannes afkeurend, hem op zijn beurt afwoeg: „IVai gaat htt u aaftf ...
„Dat Hij van hen scheidde”.
[HEMELVAARTSDAG 1911]. En het geschiedde, als hij ze 2egende, dat hij van hen scheidde, en werd opgenomen in den hemel. Lucas 24 : ji.Het beslissende oogenblik was nu naderende. Na Golgotha was reeds de bange gedachte door de «iel der jongeren gegaan, alsof ...