„Heere, Gij weet, dat ik u liefheb.”
Hij zeide tot hem ten derden male; Simon Jooaszoon, hebt gij mij Hef? Petrus werd bedroefd, omdat hij ten derden male tot hem zeide: Hebt gij mij lief? en zeide tot hem: Heere, gij weet alle dingen, gij weet dat ik u liefheb. Jezns geide tot hem: Weid mijne schapen. Joh. 21 : ...
Van de Voleinding.
XIV. Want het vleesch begeert tegen den Geest, en de Geest tegen het vleesch; en deze 8taan tegen malkanderen, alzoo dat gij niet doet hetgeen gij wildet. Galaten 5 : 17. Ten slotte nog een woord over India, waaronder dan in engeren ...
„Ik ben de Opstanding en het Leven.”
[PASCHEN 1911.] Jezus zeide tot haar: Ik ben de opstanding en het leven; die in mij gelooft, zal leven, al ware hij ook gestorven. Joh. II : 25. Het saamtreffen van ons Paaschfeest met den lentejubei in de natuur is niet alleen gesch ...
„Verlaten”.
[GOEDE VRIJDAG.] En omtrient de negende ure riep Jezus met eene groote stemme, zeggende: ELI ELI LAMA .SABACHTHANI; dat is: mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten ? Matth. 27 : 46- Met het middaguur zonk op eenmaal een dikk ...
„Beschimpt”.
VAN HET LIJBEN ONZES HEEREN. VI. En het volk stond en zag het aan. En ook de oversten met hen beschimpten hem, zeg gende: Anderen heeft hij verlost ; dat hij nu zichzelven verlosse, zoo hij is de Christus, de uitverkorene Gods, Luk. 23 : 3 ...
Van de Voleinding.
XII. Doch wij prediken Christus den gekruisigde, den Joden wel eene ergernis, en den Grieken eene dwaasheid. Maar hun die geroepen zijn, beiden Joden en Grieken, prediken wij Christus, de kracht Gods en de wijsheid Gods. I Cor. I : 23, 24. ...
„Verloochend.”
VAN HET LIJDEN ONZES HEBEEN. V. Maar hij zeide: Ik zeg u, Petrus, de baan zal heden niet kraaien, eer gij drie maal zult verloochend hebben, dat gij laij kent. Luk. 22 : 34. Wat moest onze Heiland, toe ...
Van de Voleinding.
XI. Babel was een gouden beker in de hand des HEEREN, die de gansche aarde dronken maakte; de volken hebben van haren wijn gedronken; daarom zijn de volken dol geworden. Jeremia 51 : 7. Na Egypte was 't het land van Babel, waarmee Is ...
„Bedroefd tot den dood toe.”
VAN HET LIJDEN ONZES HEEREN. IV. Toen zeide hij tot hen: Mijne ziel is geheel bedroefd tot den dood toe; blijft hier en waakt met mij. Matth. 26 : 38. Op heel den lijdensweg is er geen klacht over Jezu ...
Van de Voleinding.
X. Spreek en zeg: oo zegt de Heere HEERE: ie, Ik wil aan u, o Pbdraö. Koning van Egypte. dien grooten zeedraak, die in het midden zijner rivieren ligt; die daar zegt: ijne rivier is mijne, en ik heb die voor mij gemaakt. Ezechiël 29 : 3.Toch kunnen we bij he ...