„Mijn begrafenis.”
VAN HET LIJPEN ONZES HEEREN. III. Want als lij deze zalf op mijn lichaam gegoten heeft, zoo heeft zij het gedaan tot eene voorbe: reiding van mijne begrafenis. Mattb. 26 : 12. Niet zoo onnatuurlijk dringt sich bij het in leven ...
Van de Voleinding.
IX. En Ik zal vijandschap zetten tusschen u en tusschen deze vrouwe, en tusschen uwen zade en tusschen haren zade. Datzelve zal a den kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen. Gen. 3 : I5. Voorzoover hier en daar uit ...
„Jerusalem, Jerusalem !”
VAN HET LIJDEN ONZES HEEREN. II. Jeruzalem, Jeruzalem, gij die de profeten doodt, en steenigt, die tot u gezonden zijn, hoe menigmaal heb ik uwe kinderen willen bijeenvergaderen, gelijkerwijs eene hen hare kiekens ...
Van de Voleinding.
VIII. De HEERE zal u slaan met onzinnigheid, en met blindheid en met verbaasdheid des harten. Deut. 28 : 28. Buiten tegenspraak doelt de profetie van Israel op de Voleinding. Vergezichten gelijk ze bij Jesaja, Jeremia en in enkele ps ...
Van de Voleinding.
VII. Die van Cores zegt: Hij is mijn herder, en hij zal al mijn welgevallen volbrengen; zeggende ook tot Jeruzalem: Word gebouwd; en tot den Tempel: Word gegrond. Jesaja 44 : 28. Met het oog op de Profetie moet alzoo eenerzijds vasts ...
Van het lijden onzes Heeren.
I. „Ziet, of er een smart zij, gelijk mijne smart". Gaat het ulieden niet aan, gij allen die over den weg gaat ? Schouwt het aan en ziet, of er eene smarte zij gelijk mijne smart, die mij aangedaan is, waarmede de HEERE mij bedroefd heeft. ...
„Looze Kalk”.
Zeg tot degenen, die met looze kalk pleisteren, dat hij omvallen zal; er zal een overstelpende piasregen zijn; en gij, o groote hagelsteenen, zult vallen, en een groote stormwind zal hem splijten. Ezechiël XIII : II. Het beeld van het huis zonder tandament, dat op ...
„Mijner vergeten”.
Zij hebben geschenken in u genomen, om bloed te vergieten; woeker en overwinst hebt gij genomen; en gij hebt geldgierigheid gepleegd aan uwen naaste door verdrukking; maar gij hebt Mijner vergeten, spreekt de Heere HEERE. Ezechiël 22 : 12. Hoe verstaat ge het „verg ...
Van de Voleinding.
V. Waarom springt gij op, gij bultige bergen? Dezen berg heeft God begeerd tot zijne woning; ook zal er de HEERE wonen in eeuwigheid. Psalm 68 : 17. Ontkead kan intusschen niet, dat dit alomvattend begrip der Voleinding wel in de Sch ...
Van de Voleinding.
IV. En ik zag eenen nieuwen hemel en eene nieuwe aarde; want de eerste hemel en de eerste aarde was voorbijgegaan, en de zee was niet meer. Openb. 21 : 1. Het grondverschil tusschen de bestaanswijs in dea tijd en de bestaanswijs in d ...