Van de Voleinding.
XVI. Omdat zij, God kennende, Hem als God niet hebben verheerlijkt of gedankt; maar zijn verijdeld geworden in hunne overleggingen, en hun onverstandig hart is verduisterd geworden. Rom. I : 21. Tegen de bewering, dat het onderscheid ...
Van de Voleinding.
XVII. Gij hebt de aarde vastgemaakt, en zij blijft staan. . Naar uwe verordeningen blijven zij nog heden staan, want zij alle zijn uwe' knechten. Psa m 119 : < jQb en 91Toch Is de vraag, nog wel niet in strikten zin naar de Voleinding, maar dan toch naar ...
„Volg gij mij”.
Jezus zeide tot hem: Indien ik wil, dat hij blijve, totdat ik kome, wat gaat het u aan? Volg gij mij. Joh. 31 : 22. In de dagen na zijn Opstanding wees de Heere zijn jongeren niet alleen terecht, door hun bemoeizucht tegen te gaan en hun willen ingrijpen in Gods ve ...
„Dat Hij van hen scheidde”.
[HEMELVAARTSDAG 1911]. En het geschiedde, als hij ze 2egende, dat hij van hen scheidde, en werd opgenomen in den hemel. Lucas 24 : ji.Het beslissende oogenblik was nu naderende. Na Golgotha was reeds de bange gedachte door de «iel der jongeren gegaan, alsof ...
Van de voleinding.
XVIII. Verwachtende en haastende tot de toekomst van den dag Gods, in welken de hemelen, door vuur ontstoken zijnde, zullen vergaan, en de elementen brandende zullen versmelten ! 2 Petr. 3:12. Te ver wenschten wc ons op natuurkundig ...
„Volhardende in het bidden”.
Deze allen waren eendrachtelijk volhardende in het bidden en smeeken, met de vrouwen, en Maria, de moeder van Jezus, en met zijne broederen. Hand. i : 14. De tien dagen, die na Jezus' Hemelvaart verliepen, eer de uitstorting van den Heiligen Geest kwam, hadden voor ...
Van de Voleinding.
XIX. Zich uitgevende voor wijzen, zijn zij dwaas geworden. Rom. I : 22. Rijk gestoffeerd is de gedachtenwereld omtrent het einde der dingen onder de beschaafde verstands-en zaken-menschen niet. Men leeft in het heden; mat zich met de ...
„De Trooster, Dien ik u zenden zal”.
[PINKSTEREN 1911.] Maar wanneer de Trooster zal gekomen zijn, dien ik u zenden zal van den Vader, namelijk de Geest der waarheid, die van den Vader uitgaat, die tal van mij getuigen. Joh. IS : 26. Oader onze drie groote Christelijke ...
„De Geest getuigt met onzen geest”.
[PINKSTEREN 1911], Diezelve Geest getuigt met onzen geest, dat wij kinderen pods zijn. Rom. 8 : 16. Er gaat van het Pinksterfeest ook een /wioonlijke sprake tot bet hart van Gods kinderen uit. Wat bij Bethlehem juichen doet, is een t heilige gebeurtenis van ...
„Blijdschap bij de Engelen Gods”.
Alzoo (zeg ik nlieden) is er blijdscliap voor de engelen Gods over éénen zondaar, die zicli belceert. SMX. . ir : I O . Nu de hooge vierdagen der Christenheid weer achter ocs li^en, is een woord ter herdenking van de .Engelen Gods niet te onpas.De apostel be ...