„Die de psalmen geeft in den nacht.”
Maar niemand zegt: Waar is God, mijn Maker, die de psalmen geeft in den nacht. Job XXXV: 10. Ge moet de beteekenis van dit prachtige woord: »Die de psalmen geeft in den nacht", nfet eenzijdig opvatten noch overdrijven. Uiteraard kan 't voorkomen, dat een vroom kind ...
„Die ons de overwinning geeft”.
[PAASCHFEEST 1918.] Maar Gode zij dank, die ons de overwinning geeft door onzen Heere Jezus Christus. 1 Cor. XV : 57. In 't hart van wie nog waarachtiglijk aan de Verrijzenis van den Heiland op den Paa ...
„Dat uw arbeid niet ijdel is in den Heere”.
Zoo dan, m^ne geliefde broeders, zgt standvastig, onbewegelgk, altgd overvloedig zgnde in het werk des Heeren, als die weet, datnw arbeid niet gdel is in den Heere. i Cor. XV : 58.Het slot van 1 Cor. XV is het Hallelujah van het overwiniungslied. Het gold in Jezus' verrgienis de triomf van ...
„Maar zijne hand is nog uitgestrekt.”
Daarom zal zich de Heere niet verblijden over hunne jongelingen, en hunner weezen en hunner weduwen zal Hij zich niet ontfermen; want zij zijn allen te zamen huichelaars en boosdoenersjen alle mond spreekt dwaasheid. Om dit alles keert zijn toorn zich niet af, maar zijne hand ...
„Komt, laat ons elkanders aangezicht zien”.
Toen zond Amazia boden tot Jóas, den zoon van Jóahaz, den zoon van Jehu, den koning van Israël, zeggende: om, laat ons malkanders aangezicht zien. > ' ' 1 Kon. XIV : 8.Mijden of zoeken drukt maar ol te vaak de verhouding uit, waarin we tot onzen naaste staan.Niet met eefi ieder k ...
„Naar alles wat zijn vader gedaan had”.
En hij deed wat kwaad was in de oogen des HEEREN, naar alles wat zijn vader gedaan had. 2 Kon. XXIV : 9.In de wet van Sinai was van meetaf het verband gelegd tusschen den onheiligen zin der vaderen en de zondige neiging in het uit die vaderen opkomend kroost. Zelfs was die samenhang gebond ...
„Alzoo hij altijd leeft om voor hen te bidden.”
[HEMELVAART 1918, ]Waarom hij ook volkomenlijk kan zalig maken degenen die door hem tot God gaan, alzoo hij altijd leeft, om voor hen te bidden, Hebr. VII: 52.Zij 't al, dat de Hemelvaartsdag ons van Jezus scheidt, in zooverre hij ten hemel opvoer, en zijn geloovigen op den berg ach ...
„Zwijg niet tot mijne tranen”.
Hoor, Heere, mfn gebed, en neem mfn geroep ter oote; zwfg niet tot m^ne tranen; want ik böi-een vreemdeling b5 U, een bgwoner, geigk aüe m^ne vaders. Psalm XXXDC : 13.Het jonge kind kuiit, de jonge dochter jr/4«Kf, e vrouw weeiti, en de man tat zijn smart in luide ackfen. Bg het_gpgaan van ...
„Verzegeld met den Heiligen Geest”.
[PINKSTEREN 1918] In welken ook gij zijt, nadat gij het woord der waarheid, namelijk het 'Evangelie uwer zaligheid, gehoord hebt; in welken gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte. Efeze 1:13. ...
„Wandelt als kinderen des lichts”.
Want gij waart eertijds duisternis, maar nu zijt gij licht in den Heere; wandelt als kinderen des lichts. Efeze V: 8. De apostel schrijft naar Efeze niet: «Wandelt steeds in het licht", maar heel anders: Laat uw wandel zóó zijn, gelijk dit kinderen des lichts betaa ...