„Mijne hand zal niet tegen u zijn.”
De HEERE zal richten tusschen mij en tusschen u, en de HEERE zal mij wreken aan u; maar mijne hand zal niet tegen IJ zijn. , .-, _ 1, ., Sam, 24, : 13, Concurrentie is onder menschen een zoo harde zaak. En die vredestorende concurrentie doorwoelt schier heel ons menschelijk leven. Ge moogt ...
„Die blijhartig waren, zuchten”.
De most treurt, de wijnstok kweelt; allen, die blijhartig waren, zuchten. Jesaja XXIV: 7. Drieërlei geaardheid komt meest onder de kinderen dei menschen uit. Er is een onderste, breede laag, die altijd speelt en spot en tot geen ernst te brengen is. Van deze versch ...
„Het drinken geschiedde naar de wet, dat niemand dwong.”
En het drinken geschiedde naar de wet, dat niemand dwong; want alzoo had de koning vaste- Hjk bevolen aan alle grooten zijns huizes, dat ze doen zouden naar den wil van een iegelijk. Esther 1: 8. Ons land teelt geen wijn. In de open lucht is zelfs de druif hier zel ...
„Er zal geen antwoord Gods zijn”.
En de zieners zullen beschaamd, en de waarzeggers schaamrood wórden; en zij zullen allen te zamen de bovenste lip bewimpelen; want er zal geen antwoord (iods zijn. Micha 3 : 7, Niets is gewoner, dan dat de meer wereldsch aangelegde omdoler schier geheel buiten zijn God om leeft, doch dat h ...
„Totdat zij zich zelf schuldig kennen.”
Ik zal henengaan en keeren weder tot mijne plaatse, totdat zij zich zelven schuldig kennen en mijn aangezichte zoeken. Als bun bange zal zijn, zullen lij Mij vroeg zoeken. Hosea V; 15. Op teekenende wijze pleegt de Heere, door zijn profeten, de verhouding uittedruk ...
„Een riet, dat ginds en weder bewogen wordt.”
Als nu de boden van Johannes weggegaan waren, begon hij de scharen van Johannes te zeggen: Wat zijt gij uitgegaan in de woestijn te aanschouwen? Een riet, dat van den wind ginds eri weder bewogen wordt? Lukas 7 : 24. Het grondverschil tusschen den Dooper en zijn ti ...
„Laat de kinderkens tot mij komen”.
Maar Jezus riep diezelve (kinderkens) tot zich, enzeide: aat de kinderkens tot mij komen, en verhindert hen niet; want derzulken is het koninkrijk Gods. Lukas 18 : 16.Er ligt in het vroeg heengaan van de kleinen onder onze kinderkens iets raadselachtigs.. Van de eene zijde 'is 't zoo hard, ...
„De dingen, die men niet ziet, zijn eeuwig.”
Dewijl wij niet aanmerken de dingen die men ziet, maar de dingen, die men niet ziet; want de dingen die men ziet zijn tijdelijk, "maar de dingen die men niet ziet zijn eeuwig. 2 Corinthe 4 : 18. Er leeft in 's menschen ziel een begeeren. Hoe rijk ook ons persoonlij ...
„Noch van den mond van ’t zaad uws zaads.”
Mij aangaande, dit is mijn Verbond met hen, zegt de Heere: Mijn Geest, die op u is, en mijne woorden, die Ik in uwen inond gelegd heb, die zullen van uwen mond niet wijken, noch van den mond van het zaad uws zaads, zegt de Heere, van nu aan tot in eeuwigheid toe. Jesaja LIX : ...
„Ik heb u uit het stof verheven”.
Daarom, dat Ik u uit het stof verhe en, en u tot eenen voorganger over mijn volk Israel gesteld heb, en gij gewandeld hebt in den weg vanJerobeaiM en mijn volK Israel hebt doen zondigen, Mij tot toorn verwekkende door hunne zonden. I Koningen 16 : 2^Het uitgangspunt voor ons bestaan hier o ...