Het Christelijk element in de practijk van ons middelbaar onderwijs.
I. Het bestaansrecht' van Christelijk middelbaar (en' daaronder versta ik, antieipeerend op dé komende wet ook gymnasiaal) onder-^vijs is ondej óns geen kwestie mieer. ïoch zal niet ieder voorstander zich even nauwkeurig rekenschap gegeven hebben van wat het essent ...
Het Christelijk element in de practijk van ons middelbaar onderwijs.
V. Men mif, '*w wanneer ik' spJeek' over de te kjezKsa leerstof, als wanneer ik tracht den ideaal-leeraar te teekenen, kunnen tegenwerpen: denkt gij, dat een openbare school minder hooge eischen stelt aan wat zij haar leerlingen voorlegt, ein meent gij' heusch, dat ...
Het Christelijk element in de practijk van ons middelbaar onderwijs.
IV. De ideaal-leeraar heeft liefde voor zijn leerlingen. Ze zijn hem niet de objecten van zijn werk: ze zijn het meewerkend voorwerp. Hij weet, dat zij er niet zijn om hem, maar hij' om hen. Hij heeft liefde voor allen, niet alleen voor den vriendelijke, en ijverig ...
De Roomschen en de Vaderlandsche geschiedenis.
II. Wanneer we thans enkele opmerkingen maken over hetgeen door „Canite Tuba" werd gezegd, dan willen «e dat ook werkelijk beschouwd zien als „enkele opmerkingen". Het onderwerp op zichzelf zou rijk genoeg zijn, om er eenige artikelen aan te wijden. Maar er zijn tw ...
Het Christelijk element in de practijk van ons middelbaar onderwijs.
III. Wanneer ik, na iets gezegd te hebben over de uiterlijk waaïneiembarie kenmerken van het Ch middelbaar onderwijs, nu overga tot de minder gemakkelijk te oindei'kennen elementen, dan is daar in de eerste plaats de' keuze van de leerstof en haar behandeling. Wat ...
Iets over de Oud-Grieksche Gymnasia.
II. De leiding van de geheele school was wala^schijn^ lijk opgedragen aan den z.g. gymnasiarch. Het merkwaardige van dit ambt was, dat het geen eigenlijk beroep vormde: zooals men voor een jaar tot gemeenteraadslid, stadssecretaris of ontvanger der belastingen beno ...