De taak der Natuurwetenschap. (II.)
Denkers van alle tijden, die een geestelijke achtergrond der dingen aannamen, wezen steeds op de harmonie en doelmatigheid der levende natuur. Schopenhauers , , Wille", Van Hatmajm's „ünbewuste" en Bergson's „Elan .Vital", de hoeksteenen varv hun systemen, zijh begrippen welke ontstaan zijn uit h ...
De taak der Natuurwetenschap.
I. Er was een tijd|, toen de wetenschap der natuur voor haïe weinige beoefenaars die innerlijk-ontroerende waarde bezat van eene levende en levenwekkende macht, die een algehieele overgave van den geheelea mensdh verlangde, zoo volledig, zoo volkomen^ ZOQ van gansc ...
De taak der Natuurwetenschap.
III. Tot in den treure is }iet in onze kïingen herhaald, dat wetenschap (dat wil natuurlijk zeggen ware wetenlsdhap) uit m'oet gaan van het eeniigfef ware en juiste uitgangSipunt, namelijk van Gods Openbaring in db Heilige SchWft. Tot in den treure, want inderdaad ...
De taak der Natuurwetenschap.
IV Wanneer dan onze beginselen inderdaad voor ons zóó evident zijh, . dan volgt. daaruit tweeërlei taak. In de eerste plaatsi zal m^en toch geroepen zijn voor zich zelf en voor anderen zoo duidelijk mogelijk uiteen te zetten, Wiaarom' juist deze denkbeelden en geet ...
De taak der Natuurwetenscbap.
V. Terug tot die natuurNatuur en kuituur zijti biegrippen, die in het miodeme leven mieier en mteer tegemovei^ eltdalnder zijn komen te staan, inplaats vajn ©en ©enheidi te vormen als natuurlijlk© kuituur.De kuituur heeft zich van 'é& natuur vervr ...
De taak der Natuurwetenscbap.
VI. Terug tot !d!e natuur heeft men als' devies voor de natuurwetenischapi maar al te' vaak misverstaan als zou diaarmeie biedoeld zijn, , weg vaai het expC'ri'mient.Onigietwijf'eld k'aJa onis lie natuur 'M haar ongerapte taiiajesteit van velden fen bosschen ...
Van Bop en Bep en Brammetje. ¹)
'Wat zijn wiji^ psychologen, toch ongelukkige mten. |'p; jsche'n in vergelijking met den intuitieven. roman-"^''söhrijver, den dichter. De dichter brengt ons dichter bij de dimigen, vlak bij', zoodat we maar de oogen behoeven te openen en we zijn erin, heele. maal erin. We verliezen er ons in. Ik ...
Bavinck’s beteekenis voor de Natuurwetenschappen.
Het valt mij zeer zwaar, de pen op te nemen om de verdienste van Bavinck te schetsen. De ontroering toch, dié 'thans ons allen vervult, is van zulk een persoonlijken aard, dat het schier ontheiligend is om met vele woorden deze stemming te verbreken.' Wat wij' zeggen kunnen, is" bovendien zooveel ...
KENNIS DER ZIELE-DIEPTE.
Met, eem sclirijiiende onaandoenlijildieid glijdt ons .leven van dag tott dag voort, wel vol van blaeke ge& oegens en drukt'ende verdrietelijkheden, ziwakke verlangens en oranachtigie gevoelens. Daarbiuiten in de groote wenpld wordt geleden en gestreden in..stoffelijken en geestelijken nood a ...
OVER HET BEROUW.
„In de werking van het geweten, in zijn waarscihuwingen, raadgevingen en oordeelen heeft het geestesO'Og van h©t geloof ten allen tijde de oöilijndng vaneien.0nziJGhtb'arien oneindigien Rechter waargenotoen. Deze. werkingen doen zich voor als eene natuurlijke taal zonder woorden, die God met de z ...