Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 33
29 ongelijk; een willekeurige grammatische regel van niet te eenvoudige structuur bewijst dit. Probeeren wij het laatste, zoo blijkt, hoezeer het welomschreven begrip, dat als eenheid zijner gevallen wordt aangediend, iets anders is dan de verschijnselen, waarin die eenheid is gezien. Dit schijnt ...
Algemeene taalwetenschap en subjectiviteit - pagina 33
31hier in geen chaos. Er is een orde der opeenvolging, die niet in een abstracte wet schijnt te vatten, maar niettemin eenduidig is. Geen enl<ele tendenz, in de historische taalontwil<l<eling zichtbaar, zet zich absoluut voort. Zoo Runnen we de "wet" van dit proces slechts vinden ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 32
28 andere te zetten, wat neerkomt op het vervangen van een geval door een voorbeeld; begripsmatig omschrijven van wat hun functie is verwijdert zoozeer van die functie, dat men er soms alle begrip daarvan bij verliest. W a t bijv. toch beteekent is vóór alle omschrijving evident en kan desnoods m ...
Algemeene taalwetenschap en subjectiviteit - pagina 32
30vreemd en althans geheel anders voorkwam, dan aan de moderne philologen, die er in objectieven zin een beteren blik op hebben. De kracht van den Logos, die boven de wisselende concreetheid der subjectiviteit uit, zich gelden doet, en het kennen bij al die wisseling tot richtsnoer dient, ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 31
27 dan de benoeming der datiefvormen met -i of -o. Deze deugdelijkheid ligt niet in de beteekenis van het woord dativus. De gevallen waarin een dativus in zinsverband met geven iets te maken heeft, zijn misschien niet talrijker dan die, waarin hij de uitgang-i heeft. De beteekenis van den term da ...
Algemeene taalwetenschap en subjectiviteit - pagina 31
29en het echte zoekt, en zoo is het curiosum van alles het minst waardevolle. Het overgenomene ontsiert, de bastaardsamenstelling vloekt tegen den geest van het geheel. In het ongerefIecteerde taalbewustzijn is de waardeering menigmaal anders. Het vreemde trekt, het eigene wordt voor minde ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 30
26 vermijdt. Niettemin valt over de grammatische begripsnaam eveneens een schaduw, namelijk de vraag: hoe komt met zekerheid een grammatisch verschijnsel aan benaming met zijn eigen begrip, indien dat begrip heel iets anders is dan het verschijnsel zelf ? Ons voorbeeld van zooeven is : een dubbel ...
Algemeene taalwetenschap en subjectiviteit - pagina 30
28tegenstelling oud en nieuw komt eerst op bij historische visie. In het geheel van alles wat gesproken wordt is het oude een bijzonderheid. Niet alles is even oud, gelijk bij strenge doorvoering der causaliteitsgedachte het geval zou zijn. Dit zou het relief van het oude uitwisschen en he ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 29
25 aanwezig, zoover de woorden zelf meer onderscheiden zijn, toch wel, in zoover zij zich door geen naamvalsuitgang meer onderscheiden. Voor hoogere onbepaaldheid, die iemand en iets verbindt heeft de taal geen eigen term. Tenzij men daarvoor iets neemt en daaronder iemand als geval schaart. Ook ...
Algemeene taalwetenschap en subjectiviteit - pagina 29
27aan traditie, onbekend zou zijn dat de moeder der nu wijdverbreide latijnsche groep vóór 2500 jaren de taal was van één landstreek in Italië. Nu in onze dagen bijna geheel Europa indogermaansch spreekt, en het Engelsch inderdaad een wereldtaal geworden is, schijnt de ons toegankelijke we ...