
Het woord, zijn oorsprong en zijne uitlegging - pagina 53
47der grammatische interpretatie, door Cobet gehuldigd, zouden wij moeten aannemen, dat, naar zijne meening de woorden inderdaad beelden zijn der gedachten. Het onder de werken van Aristoteles opgenomen geschrift jisQt sQjurjveiag, waaruit ik zoo juist een plaats aanhaalde, biedt aan de he ...

Het woord, zijn oorsprong en zijne uitlegging - pagina 54
mrnt48gedachten hebben bij het hooren of lezen van een spreker of schrijver, die deze zelf bij het spreken of schrijven had. Zóó als een vader of moeder hun kind, een leeraar zijn leerling verstaat, is het verstaan meer dan het hebben van dezelfde gedachten, die het kind of de leerl ...

Het woord, zijn oorsprong en zijne uitlegging - pagina 55
49 invloedvan talrijke prikkels, waarvan sommige duurzaam,andere tijdelijk krachtig werken. Hoe genotzucht en eerzucht het leven eene bepaalde richting kunnen geven, leert de ondervinding van lederen dag. Eene algemeene aandrift kan zich weder op zeer verschillende wijze openbaren. ...

Het woord, zijn oorsprong en zijne uitlegging - pagina 56
50zijn gedachten niet volkomen juist en duidelijk uit te drukken ? Niemand, die Plato zelf gelezen heeft, zal dat beweren. Zijn zijne gedachten dan zoo diep, en zijn ze daarom duister? Diep zijn ze zeker, maar dat daarin op zich zelf de moeilijkheid van het verstaan gelegen is, kan niet aa ...

Het woord, zijn oorsprong en zijne uitlegging - pagina 57
51 beteekenissen heeft, naarmate God als onderwerp of als voorwerp van de kennis wordt opgevat: de kennis van God, als de kennis, die God heeft (van zich zelven en van de wereld), en de kennis, die iemand heeft aangaande God. Beide beteekenissen van de yvmoig xov ©eov worden in den Bijbel gevonde ...

Het woord, zijn oorsprong en zijne uitlegging - pagina 58
52Om echter uit te maken of de meening van Drews juist is, heeft men aan zijne apodictische verklaring niet genoeg. Men behoort na te gaan wat de wijsgeeren, die op Plato's vorming invloed hebben geoefend, over „het zijn" en „het begrip van het zijn" hebben geleerd; men moet onderzoeken, o ...

Het woord, zijn oorsprong en zijne uitlegging - pagina 59
53 teisterden, daardoor in hunnen overmoed heeft gebreideld, dat hij weigerde hun de gevorderde schatting te geven en in den oorlog, die door deze weigering ontstond, hen glansrijk heeft overwonnen en naar het binnenland teruggedreven. Tegenover deze overlevering staat echter beslist, naar het sc ...

Het woord, zijn oorsprong en zijne uitlegging - pagina 60
54 hij op eene wijze, die tot illustratie kan dienen van wat ik tot dusver heb betoogd. Hij toont aan dat het 27ste boek van Justinus in zeer belangrijke punten afwijkt van het overeenkomstige boek van Trogus, uit wien hij zijne stof put; dat het eigenlijk eene kleine monographic is: een deel van ...

Het woord, zijn oorsprong en zijne uitlegging - pagina 61
55 komen en maakt ook hier een ruim gebruik van den algemeenen regel, dien hij zich, blijkens zijn eigen voorwoord gesteld had, bij het verkorten van Trogus' groote werk, weg te laten, „quae nee cognoscendi voluptate iucunda, nee exemplo erant necessaria". Wij hebben alzoo hier een geschiedverhaa ...

Het woord, zijn oorsprong en zijne uitlegging - pagina 62
56 Dat zóó inderdaad de ontwikkeling der gedachten bij Justinus is geweest, leert onbetwistbaar de analyse van het 27ste boek en de vergelijking met de inhoudsopgave of proloog van het overeenkomstige boek bij Trogus Pompeius, dat hij op zijne wijze reproduceert. Die inhoudsopgave vermeldt, dat i ...