„De vleeschpotten van Egypte."
En de kinderen Israels zeiden tot hen: Och, dat wij in Egypteland gestorven wa'-en door de hand des Heeren, toen wij bij de vleeschpotten zaten, toen wij tot verzadigiug brood aten! want gijlieden hebt on» uitgeleid in deze woestijn, om deze gansche gemeente door den honger te dooden. ...
Wedergeboorte en Bekeering.
ÏO-VDAGSAFUEEMiSG XXXIÏI. Ik ben met Christus gekruist; en ik leef. doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vleesch leef, dat leef ik door het geloof des Zoons van God, die mij liefgehad heeft, en zichzelven voor mij overgegeven heeft. ...
D martelaren
LXXX. WILLEM TOUWART. »Beminde broeders en zusters in Christus Jezus, ik dank onzen goeden God zeer, dat ik mij nu in deze duistere gevangenis meer getroost en gesterkt vind dan toen ik een openbaar koopman was. Ik spreek naar den ge ...
,,Amen! Ja kom, Ljeere Jezus!''
[OUDEJAAR]. Die deze dingen getuigt, zegt: a, ik kom haastiglijk. Amen! Ja kom, Heere Jezus 1 Openb. 22:20.Gelijk in de sneeuwjacht vlok na vlok aan uw oog voorbijstuift, zoo ook jaagt rusteloos in uw menschelijk leven het ééne oogenblik het andere na, jDe t ...
De martelaren.
LXXXIII. DE VIER PASTOORS. Alva stond op het toppunt van 2, ijn macht. De pogingen van Prins Willem I en zijnen broeder Lodewijk waren mislukt. De Nederlanden lagen aan de voeten des dwingelands als overwonnen. De Hervorming was geke ...
Van de Wet des Heeren.
III. ZONDAGSAFDEELING XXXIVa. Dat den rechtvaardige de wet niet gezet is, maar den onrechtvaardige. Zoo is dan de zedewet niet anders dan de wet voor ons leven, die bij de Schepping zelve in onze natuu ...
„De leeuw uit zijn haag.”
De leeuw is opgekomen uit zijne haag, en de verderver der heidenen is opgetrokken, hij is uitgegaan uit zijne plaats om uw land te stellen in verwoesting; uwe steden zullen verstoord worden, dat er niemand in wone, Jeremia 4:7. God de Heere in zijn Woord waarschuwt ...
Van de Wet des Heeren.
ZONDAGSAFDËËLING XXXIV. Want wie de geiïeeie wet zal houden, en ia één zal struikelen, die is schuldig geworden aan alle. Jac. 2 : lO. VI. De indeeling van de Wet, die ons vorig artikel besprak, is daa ...
De martelaren.
LXXXIV. Be Tier pastoors. ADBIAAN JANSZ. Tien jaren lang had Adriaan Jansz. de gemeente van IJsselmonde, wier pastoor hij was, met de Heilige Schriften, waardoor hem de oogen voor de dwalingen der Roomsche kerk geopend waren, b ...
Van de Wet des Heeren.
. ZONDAGSAFDEELINCi XXXIV^. Want tot de wet was de zonde in de wereld; maar de zonde wordt niet toegerekend, als er geene wet is. Rom. 5 : 13. IV. Om tot een juist oordeel over de Wet des Heeren te geraken, zult ge wel doen, zo ...