„Mijne schapen!”
Mijne schapen hooren mijne stem. Joh. 10 : 27.Onze kerk belijdt in hare Confessie, dat heel de natuur om ons heen als een boek metletterkens is, »die ons de onsienlicke dinghen Godes ten aanschouwen gheven."En dit is schoon gezegd.Maar toch kon men allicht nóg schooner zeggen ...
Van God den zoon
ELFDE ZTÖJfDi lïlELIJfG. III. En de zaligheid is in geenen anderen : want er is ook onder den hemel geen andere naam, die onder de menschen gegeven is, door welken wij moeten zalig zijn. Hand. 4 : 12. Schoon is de naam van ^ Za ...
„Van uwen houthouwer tot uwen waterputter.”
Uwe kinderkens, uwe vrouwen en uw vreemdeling, die in het midden van uw leger is, van uwen houthouwer tot uwen waterputter toe. Deut. 29: ii. In onze dagen is Engelands gewezen Minister een houthouwer, en water uit onze waterleiding in een kruik opvangen kan ook ee ...
Tets over het Antinomianisme in de 17e eeuw.
XXX. Stroobants suspensie. Vele jaren had nu Stroobants zaak geduurd en nog scheen er geen einde aan te kunnen komen. De groote lankmoedigheid der classis, die haar gedwongen had, om, elke beleediging vergetende, alles te doen wat zi ...
Van God den zoon.
ELFDE ZONDAGSAFDEELIiVG. IV. Waut er is één God; er is ook één Middelaar Gods en der menschen, de mensch Christus Jezus I Tim. 2 : 5. Onze Catechismus bespreekt nog afzonderlijk „het zoeken van zaligheid bij de heiligen, " om o ...
Van de Vernedering.
VEERTIENDE ZONDAGSAFDEELING. I. Doet geen ding door twisting of ijdele eer, maar door ootmoedigheid achte de een den ander uitnemender dan zichzelven Een iegelijk zie niet op het zi ...
„Waarop zijn hare grondvesten nedergezonken?”
Waarop zijn hare grondvesten nedergezonken ? Of wie heeft haren hoeksteen gelegd ? Tob 38 : 6. Toen Job maar niet kon breken, en hij ten slotte door een inblik in Gods almachtigheid overweldigd moest worden, heeft de HEERE Job geantwoord uit een onweder, en hem in ...
Het calvinistisch karakter van den heidelbergschen Catechismus,
Dr. A. ZAHN.Hoe noemt de Heilige Schrift anders de ware geloovigen? De uitverkorenen. Waarom worden zij uitverkorenen genoemd ? Omdat God hen van eeuwigheid af verkoren heeft tot zaligheid (Efeze 1 : 4 enz. zijn onomstootelijke bewijzen voor de verkiezing). Heeft dan God hierbij gezien op ...
„En vielen op hun aangezichten.”
Want een vuur ging uit van het aangezicht des HEBBEN, en verteerde op het altaar het brandoffer, en het vet. Als het gansche volk dit zag, zoo juichten zij, en vielen op hunne aangezicliten. Lev. 9 : 24. Onder ons komt het bijna niet voor, dat een man of vrouw werk ...
Voor de vernedering.
VEERTIENOE ZONDAGAGSAFDEELING. III. En Maria zeide tot den engel: oe zal dat wezen, dewijl ik geenen man beken? En de engel, antwoordende, zeide tot haar: e Heilige Geest zal over u komen, en de kracht des Allerhoogsten zal u oversch ...