De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 108
98 mannen van het type LUKASIEWICZ, wier overeenstemming met ARISTOTELES zich vrijwel beperkt tot den gemeenschappelijken afkeer van een monisme als men bij CHRYSIPPÜS aantreft. Zou zulk een negatieve aanduiding, gegeven het verschil in interpretatie, dus niet eens allen omvatten die feitelijk te ...
De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 109
AANTEEKENINGEN ^) Deze vraag kwam b.v. aan de orde bij de bespreking van het referaat van Pastor O. WEBER, over Das Lebensgefühl der Zeit und ivir Beformierie, voor de conferentie der Calvinistische Studentenbeweging 8 September j.l. gehouden. 2) E. KANT, Kruik der reinen Vernunft, Vorrede zur zw ...
De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 110
100 primitives d'Athènes el d'Éleusis, in de Revue historique, 56 (tome CLXVi), I, Janvier-Février 1931, pg. 1—76. ^)O. KERN, a.w., pag. 22—25.^)C H . PICARD, a.9)O. KERN, a.w., pg. 41—56.art..^ö) U. WiLCKEN, Griechiscbe Geschichte im Rahmen der Al ...
De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 111
101 30)H. D I E L S , a.w., 11 B 1, 14 (45,2):XQrj Se jiQCÖrov fièv '&e6v v/ivéïv evcpQova? avdga? evcpT^juoig [xv&ois xai xa&aQÓïai Xóyoig. 21)H. D I E L S , a.w.,11 B 7, 1 (47,19):VVV a.%-1 allov sneifu Xóyov, èei^m èè icéXevd-ov. 22) E. HOF ...
De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 112
102 30) Tegenover H. D I E L S , a.w., 12 B 2 (62, 4 v.v.) beroept LOEWzich op de lezing van ARISTOTELES, Rhetorica 31)III, 5.H. D I E L S , a.w., 12 B 72 (72, 20 v.v.).32) H. DIELS, a.w., 12 B 2, het slot (62, 5 v.v.). 33)H. D I E L S , a.w., 12 B 44 (68, 16 en ...
De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 113
103 ^*) PLATO, a.w., 436 E 7—437 A 2 : Ovèsv Sga ^/uag t&v toiovto3v Xeyójusvov ixnXri^ei ovde juaXXóv xi neiosi, Sg note xi av x6 avxö Sv ajua xaxd xo avxo ngog to avtö xdvavtla ndêoc fj xai eïrj fj xal noiTjoeisv. ^'^) PLATO, a.w., 525 A 3 v.v.: 'AXkd (lévtoi, êq>r], xovxó y'è'xei ovx rj ...
De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 114
104 logische interpretatie van SOLMSEN, a.w., pg. 118—119 en 98, noot 6, die uit den context aantoont, dat genoemde plaats deel uitmaakt van een stuk dat ARISTOTELES eerst geruimen tijd later in den tekst inlaschte. ''*) Terecht wijst W. GENT, Die Philosophic des Raumes und der Zeit, Historische, ...
De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 115
105 deelen spreekt, zonder dat hy op dit verschil de aandacht vestigt. Soms nl. noemt hy „contradictoir" de verhouding van een ontkennend individueel oordeel — tegenwoordig „tegeninstantie" genoemd — tot een bevestigend algemeen (VII, 5 ) , dan weer gebruikt hy dezen term in den tegenwoordig alge ...
De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 116
106 106) C. PRANTL, a.w. I, pg. 438, noot 109 en pg. 450, noot 136, en, op gezag van dezen, H. SCHOLZ, a.w., pg. 34. i"'') Hier trof 'k haar het eerst aan en wel bij de quaestie-DE Rivo, waarover hieronder pg. 77. " * ) Anieii Manlii Severini BOETII commentarii in librum Aristotelis JJEPl ERMHNEI ...
De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 117
107 mentliche Wissenschaft u n d die Kunde d e r alteren Kirche, xxix, 1930, pg. 209—264. PHILOPONUS w a s een leerling, doch geen volgeling van AMMONIUS (Hermeiou) — zie pg. 63 van deze studie — en schreef verschillende commentaren o p geschriften van ARISTOTELES, ook op diens beide Analytica en ...