![Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 138](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/rectorale-redes/het-zedelijk-karakter-der-reformatie-gehandhaafd-tegenover-rome/1910/10/20/138-thumbnail.jpg)
Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 138
128 Scholastiek en de Mystiek (Bernard van Clairvaux en Tauler), waarbij dan telkens wordt aangewezen, wat Luther overnam en in hoeverre hij nieuwe wegen insloeg, of tegenover de bestaande richtingen partij koos. Braun heeft door deze veelszins uitnemende studie zeker niet weinig bijgedragen, om ...
![Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 139](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/rectorale-redes/het-zedelijk-karakter-der-reformatie-gehandhaafd-tegenover-rome/1910/10/20/139-thumbnail.jpg)
Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 139
129 der moralischen Bande und den Antrieb weltlicher Gesinnung bei ihm wirksam zu finden" (I, p. 96). Het uitgangspunt was dan ook niet de concupiscentia, maar die „ungünstige Beurteilung der guten Werke" (p. 92), waartoe Luther kwam door de „Ausschreitungen in der damaligen Werkübung. Auf dem Ge ...
![Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 140](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/rectorale-redes/het-zedelijk-karakter-der-reformatie-gehandhaafd-tegenover-rome/1910/10/20/140-thumbnail.jpg)
Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 140
13Ö „Also der geistige Hochmut war sein eigentliches Ungliick" (p. 96). Zonderling is alleen, dat Grisar, die evenals Braun aanneemt, dat de signatuur van Luther's Theologie in den commentaar op de Romeinen de ootmoed is, de diepste wegwerping van zichzelf voor God, en daarin de oorzaak ziet, dat ...
![Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 142](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/rectorale-redes/het-zedelijk-karakter-der-reformatie-gehandhaafd-tegenover-rome/1910/10/20/142-thumbnail.jpg)
Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 142
m gröszere Dinge''. Vóór 1515, toen Luther nog goed Roomsch was, was er dan ook van deze „Gewissenskampfe" geen sprake; eerst na Luther's afval van de Roomsche Kerk, toen hij aan allerlei zonden zich overgaf, kwamen ze voor, doch toen waren ze geen „Skrupel", maar „sehr begründete Reaktionen sein ...
![Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 141](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/rectorale-redes/het-zedelijk-karakter-der-reformatie-gehandhaafd-tegenover-rome/1910/10/20/141-thumbnail.jpg)
Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 141
131 hinein kommen sein; das werdenmirzeugen allemeineKlostergesellen, die mich gekennet haben" (E. A. 31, 273). Luther's leermeester Nathin prees Luther dan ook in andere kloosters als een tweeden Paulus aan, en een Roomsche monnik, die Luther in't klooster gekend had, roemde later nog Luther's v ...
![Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 143](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/rectorale-redes/het-zedelijk-karakter-der-reformatie-gehandhaafd-tegenover-rome/1910/10/20/143-thumbnail.jpg)
Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 143
133 hem van minder beteekenis worden geacht. Zoo zegt hij bijv. in een preek van 1512, dat „vigiliae, labores reliquaque stiidia corporalis exercitationis" voldoende waren, om de illecebras carnis" te overwinnen, maar dat dit middel niet hielp tegen geestelijke zonden als „ira, invidia, superbia ...
![Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 144](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/rectorale-redes/het-zedelijk-karakter-der-reformatie-gehandhaafd-tegenover-rome/1910/10/20/144-thumbnail.jpg)
Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 144
134"7) Luther wijst er in zijn Commentaar bij Rom. 4, 7 op, dat de eigenlijke werkende kracht der zonde in deze concupiscentia schuilt en dat de peccata actualia niets dan haar opera of fructus zijn (FICKER, t. a. p. I, 2, p. 107). 08) Volgens de gangbare opinie onder de Scholastieken was ...
![Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 145](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/rectorale-redes/het-zedelijk-karakter-der-reformatie-gehandhaafd-tegenover-rome/1910/10/20/145-thumbnail.jpg)
Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 145
135 erfzonde, d. w. z. datgene, wat haar eigenlijk tot zonde maakt (de reatus). Zoo is de begeerlijkheid „ein aus der Sünde stammendes, nach Gottes ursprünglicher Gnadenordnung nicht sein sollendes, und in sofern Gott miszfalliges Uebel", zooals HhiNRiCH, t. a. p. VI, 791 het uitdrukt. Maar trots ...
![Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 146](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/rectorale-redes/het-zedelijk-karakter-der-reformatie-gehandhaafd-tegenover-rome/1910/10/20/146-thumbnail.jpg)
Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 146
136 de tegenstelling duidelijk te maken met het door Luther ingenomen standpunt. "'J) Volkomen terecht heeft BRAÜN, Die Bedeutung der Concupiscenz p. 41. noot 1, opgemerkt, dat in deze opvatting van Luther, dat de concupiscentia niet een defectus naturalis, maar zonde is, en wel het malum radical ...
![Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 147](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/rectorale-redes/het-zedelijk-karakter-der-reformatie-gehandhaafd-tegenover-rome/1910/10/20/147-thumbnail.jpg)
Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 147
137 ons wonen en werken blijft, en dat hare aanvechtingen tot zonde alleen met behulp van Gods genade overwonnen kunnen worden, zal ook de Roomsche Theologie dit toegeven. Maar wel heeft Luther — en zijn eigen getuigenis kan hier wel het best beslissen — er steeds op gewezen, dat de tegenstelling ...