Verzekerdheid.
Eilmaal heb ik een tweetal vragen van praktischen aard te beantwoorden.De eerste is, „of ieder geloovige, vroeg of laat, vóór zijn sterven, voor zichzelf volkomen zekerheid ontvangt van zijn staat voor God, al ontbreekt hem ook de vrijmoedigheid om dat voor anderen uit te spreken". Deze vr ...
Verzekerheid en Schuldbesef.
Zóó tref ik, dunkt me, den kern van de tweede vraag van één onzer lezeressen, wier eerste ik in het vorige nummer beantwoordde, va.n de vraag: „Is het geen zelfmisleiding, zoo men zich bij oogenblikken verzekerd houdt van zijn heil in Christus, als zijn Verlosser, terwijl het geweten nog gedurig ...
De macht der duisternis.
Zóó duid ik, dunkt me, 't best het onderwerp aan waajover Mej. W. me, in aansluiting aan dat over het bestaan van geesten, in de tweede plaats een vraag stelde. Zelf formuleerde ze hei een weinig, anders. Letterlijk vroeg ze: „Hoe moet men zich Satan voorstellen; als één wezen 'of als meerdere." ...
Onverhoorde gebeden.
Dezelfde lezeres vaa wie ik in de laatste twee nrs reeds leenige vragen beantwoordde, vraagt me ten slotte ook nog raad voor een levensmoede, die ten prooi is aan allerlei sombere gedachten, en wel bidt tegen den ban sfaarin hij zich besloten voelt, maar zonder verhooring te vinden. Zei vraagi, h ...
Geestelijke verlating.
De vraag, die ik nu ga beantwoorden, is er een van zeer teederen aard. Zé leidt ons in het binnenste heiligdom van bet zieleleven van Gods kinderen. Ze gaat over wat de Heilige Schrift de „verberging van Gods aangezicht" noemt, en waarvan onze vaderen, in aansluiting aan een ander spraakgebruik d ...
Matth. 6:33.
Een onzer lezers vraagt naar de bedoeling van bet woord des Heeren Jezus in Matth. 6:33: Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en zijne gerechtigheid, en alle deze dingen zullen u toegeworpen worden.”Hij schrijft, dat hij in een verhandeüng over de vraag, of het Christendom diesseitig of je ...
Voorgaan in ’t gebed.
Een nog jonge broeder, maar die, in onderscheiden levensverhoudingen en functies, gedurig geroepen wordt, anderen voor te gaan in 't gebed, klaagt me zijn nood, dat hij daarmee maar niet in 't reine kan komen.Terwijl 't hem anders nooit aan vrijmoedigheid hapert, zelfs niet als hij in klei ...
Geestelijke verlatingen.
Onze lezer J. te E. schrijft me: „Mag ik U een nadere verklaring vragen van hetgeen U geschreven hebt in Nr. 2 van den loopenden Jaargang? U hebt het daar over Geestelijke Verlatingen, en U maakt daar onderscheid tusschen verlatingen om onzer zonden wil, en om ons te beproeven in ons geloo ...
De Doop van Jobannes.
Een onzer lezers doet m& een vraag over het karakter van den Doop van Johannes: of hij al of niet moet beschouwd worden als in wezen één met den Christalijken Doop. In een kring waarin deze vraag aan de orde kwam hoorde hij het Christelijk karakter van den Johanneïschen Doop, gelijk dit o.m. ...
Erkenning van den Roomschen Doop.
Behalve de viaag die ik in het vorige nr beantwoordde, stelt onze lezer T. B. nog twtee andere.De eerste jjeldt de erkenning door onze Kerken van den Doop der Roomsche Kerk.Hij schrijft: „In onze Kerken wordt w'èl een door 'n modern Dominé gedoopte overgedoopt, maar die in de Roomsc ...