De kwestie van het evangelisten-ambt
(III) E. Tenslotteis er bij Matth. 28:19 nog een punt van belang in dit verband voor ons overgebleven, welk punt door de deputatenmeerderheid niet is aangeroerd, doch in de minderheidsnota zakelijk wel besproken wordt. Ds V. d. Waal wijst er onderscheiden keeren op ...
De kwestie van het evangelisten-ambt
(IV) § 2. DE NAAM „EVANGELIST" EN DE DRAGERS VAN DIEN NAAM.1. De naam en het woord „evangelist" hebben geen voorgeschiedenis in het Oude Testament, daar ze daar niet in voorkomen, d.w.z. het woord komt in de Septuaginta, de Grieksche vertaling van dat O.T., ...
De kwestie van het evangelisten-ambt
(V) § 3. „Evangelist": ambt öf werkzaamheid-zonderambtelijk-karakter? a. De vraag doet zich als vanzelf voor, of het „evangelist"-zijn al dan niet een ambtelijk karakter droeg. Friedrich in Kittels woordenboek zegt: , evangelist beteekent oorspronkelijk meer ...
De kwestie van het evangelisten-ambt
(VI)(VI)§ 3 „Evangelist": ambt of werkzaamheid-zonder-amb-telijk-karakter? (Vervolg).7. O.i. is er op bepaalde gronden toch wèl een keuze te doen. En het is niet zonder belang er op in te gaan, daar de minderheidsnota van Ds v. d. Waal er allen nadruk op legt, dat Tim. dienst ...
De kwestie van Ket evangelisten-ambt
(VII) § 4. DE AMBTSTAAK VAN DEN „EVANGELIST". A. Nadat wij mochten constateeren, dat „evangelist" «en technische ambtsterm is, komen we tot , d e ' ambtstaak van dien bijzonderen . ambtsdrager. Daarbij letten we weer op Philippus, Tü ...
De kwestie van het evangelisten-ambt
(VII) § 4. DE AMBTSTAAK VAN DEN EVANGELIST. (Vervolg).C. We komen tot E p h e z e 4 : 11, uit welken tekst het meerderheidsrapport het een en ander afleidt met betrekking tot de taak van den „evangelist" (bl. 8/9). Dat kan als ...
De kwestie van het evangelisten-ambt
(IX) (Vervolg).In het vorig artikel werd beschreven hoe de deputaten-meerderheid op grond van Ef. 4 : 11 concludeerde tot erkenning van het evangelistenam.bt voor de zending, terwijl de minderheid dit bestreed. Dat het betoog van de meerderheid door de minde ...
De kwestie van het evangelisten-ambt
(X) (Vervolg).E. We komen tot de taak van Timotheus en Titus. Wij hebben onder A een samenvattend overzicht geboden. Het meerderheidsrapport merkt dienaangaande op (bl. 9/10), dat daaruit duidelijk blijkt, „dat althans Timotheus' bevoegdheden veel verder rei ...
De kwestie van het evangelisten-ambt
§ 4. DE AMBTSTAAK VAN D|EN EVANGELIST. (Slot). (XI) Wij zouden op het volgende willen attendeeren.Eerst, dat juist het voorkomen van dwaalleer in Epheze ook een gereede aanleiding is geweest voor Paulus om Tim. inet een bepaalde opdracht in Epheze te l ...
De kwestie van het evangelisten-ambt
(XII) Er is nog een punt van gewicht, n.l. de verhouding tusschen den evangelist en de overige bijzondere ambtsdragers. Men kan immers de vraag opwerpen en ze is ook naar voren gebracht, of de bijbelsche gegevens inzake den evangelist en zijn ambtstaak niet uitwijz ...