Achtste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 20
Nazareth staat altijd nog boven Buddha. Maar luistert niet naarhet liedeke dezer vogelaars. Het is onv^aar, wat zij u zingen. Op aarde triumfeert volstrekt niet altijd de waarheid, als ze met leugea worstelt. Waar zijn de kerken van Azië en Afrika,, der Hugenoten en der Walen, de eens zoo rijk ge ...
Achtste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 62
hebben als hij, die van een val niet wil weten en den mensch slechts als zich ontwikkelend natuurproduct beschouwt. Niet alleen wat men wel eens noemt het lagere zieleleven, maar ook het hoogere, het geestelijke leven is een factor, een zeer belangrijke factor in het product, dat wij -(retenschap ...
Achtste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 21
ook thans in onzen tijd. Immers ook nu doet de Overheid geen professie van de Gereformeerde religie; is slechts een klein deel van het volk nog belijdend en richt zich de groote stroom der maatschappij niet op de eere Gods. Tempels der wetenschap, maar daarin geen altaar voor den schenker van all ...
Achtste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 39
XXXVIIwetenschap. De heerschappij der wet, die de ongeloovige wetenschap verlangt erkend te zien, wordt door den Christen volkomen erkend. De vaste orde leert ons Gods Woord op iedere bladzijde. Maar wij erkennen deze wetten als Gods wil, en ten tweede, daar Gods souvereiniteit absoluut is ...
Achtste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 63
LXIwoord. Het hoogste pathos wordt bespottelijke bombast, de hoogheerlijke naam van den Schepper des hemels en der aarde wordt de gemeene vloek op de lippen van den goddelooze, de reine goddelijke liefde, sterk als de dood, een vlam des Heerea, wordt duivelsche haat en beestachtige wellust ...
Achtste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 22
vaardij ons boven anderen gaan verheffen. Als wij miskennen Gods gaven ook in ongeloovigen; in onze liefde voor het vaderland verkoelen; op mannen van naam in plaats van op den Eeuwige het oog richten, dan zou de Heere zijn adem van ons nemen en ging onze stichting sterven. En zoo er reeds nu een ...
Achtste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 64
LXIIvolkeren, wier gedachtenwereld de onze hebben bepaald, nagaan^ bij de Israëlieten, de Grieken, de Romeinen en de Germanen, dan vinden we dat zij zijn: een zich uitstrekken en streven naar, een begeeren en zoeken van, een zich verlustigen in, een stil gedenken aan iemand. Het wezen der ...
Achtste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 23
zijn der verachting veel te zat. Onze ziel is veel te zat des spots der weelderigen, der verachting der hoovaardigen." Het scheen soms, dat onze stichting er onder bedolven zou worden. Toch was ook dit onze ervaring, dat het niet gaat naar wat menschen beoogden en zich ten doel stelden, maar naar ...