![Voor een distel een mirt - pagina 49](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voor-een-distel-een-mirt/1891/01/01/49-thumbnail.jpg)
Voor een distel een mirt - pagina 49
VI.nu,,§ijjuftmijnvztlmnlfioiulen.^'UET SACRAMENT EN HET GENADEVERBOND. VoortsGodzeideAbrahamtot:Gijmijn verbond lioudeu, gij, en uw in hunne geslacliten. zaad na u Gen. 17: 9.nuzult ...
![Voor een distel een mirt - pagina 192](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voor-een-distel-een-mirt/1891/01/01/192-thumbnail.jpg)
Voor een distel een mirt - pagina 192
IX.M Deknddesütedes."ONZE BAND AAN DE GELOOVIGEN. Ubenaarstigende te behouden de eenigGcestes door den band desheid des vredes.Ef.4:3.Zekere //stipulatiën" verbond de kerk van oudsher aan elk doen van openbare belijdenis en ook ...
![Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 573](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voetius-catechisatie-over-den-heidelbergschen-catechismus/1891/01/01/573-thumbnail.jpg)
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 573
Vande Opstandinge des vleeschs.SONDAGHXXII.VrageWatVrage56957, 58.57.troost geeft u de opstandinge des vleeschs?Antw. Dat niet alleen mijn ziele na desen leven van stonden aen tot Christum haer hooft sal opgenomen worden ...
![Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 618](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voetius-catechisatie-over-den-heidelbergschen-catechismus/1891/01/01/618-thumbnail.jpg)
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 618
?Van614dA. V.VanWat,,de Sacramenten.de Latijnsche of Romeynsche tale. beteeckent het eygentlick in de Latijnschetale?A. Het beteeckent, 1. Een seker geit, welck onder de Heydensche Romeynen van twee pleytende of weddende ...
![Voor een distel een mirt - pagina 186](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voor-een-distel-een-mirt/1891/01/01/186-thumbnail.jpg)
Voor een distel een mirt - pagina 186
VIII.,,I^jafuaannemen."WIE ALLEEN ONS AANNEEMT. Daarom gaat uit het midden van lien, en scheidt u af, zegt de Heere, en raakt niet aan hetgeen onrein is, en Ik zal ulieden aannemen.2 Cor. 6:17.Wat heeft met uw //Belijdenis" de dusgena ...
![Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 187](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voetius-catechisatie-over-den-heidelbergschen-catechismus/1891/01/01/187-thumbnail.jpg)
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 187
geneyghtis tot geestelick goet.V. BestaetVande Straffe.allequaet,dese183ende onnut tot eenighsonde in gedachten, woorden, ofwercken ? A. Neen: maer in quaede dispositie.eeninklevende of inblijvendeV. ...
![Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 275](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voetius-catechisatie-over-den-heidelbergschen-catechismus/1891/01/01/275-thumbnail.jpg)
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 275
Vande Afdeylinge der 12. Artijckelen des Geloofs. 271A. Tot de menschen, die sulcks moghten van ons vorderen of willen weten: 1. Petr. 3. 15, 16. Ende zijt altijt bereyt tot verantwoordinge aen een yegelick die u rekenschap afeyscht van de hope die in u is.SONDAGHVIII. ...
![Voor een distel een mirt - pagina 32](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voor-een-distel-een-mirt/1891/01/01/32-thumbnail.jpg)
Voor een distel een mirt - pagina 32
III.„iSetgeetionjeoogengejietiRe&Een."HET SACRAMENT EN ONS OOG. Hetgeen van den beginne was, hetgeen gehoord hebben, hetgeen wij gezien hebben met onze oogen, lietgeen wij aanschouwd hebben, en onze handen getast hebben van het Woord des levens, dat ...
![Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 91](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voetius-catechisatie-over-den-heidelbergschen-catechismus/1891/01/01/91-thumbnail.jpg)
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 91
Vande Klaerheyt der H. Schrifture.V. Vallen de87Papisten met de Enthusiasten endeLibertijnen , als sy het uyterlicke woort Godts genoeghsaem als verlatende , vlieden tot het inwendigh woort, geschreven in het herte van de Kerck?A. Ja. V. Oock eenige heden ...
![Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 518](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voetius-catechisatie-over-den-heidelbergschen-catechismus/1891/01/01/518-thumbnail.jpg)
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 518
Van Godt den H.514ddGeest.A. Neen. V. Bewijst dat? A. Matth. 25. 46. Ende dese sullen gaen in de eeuwige pijne. 2. Thess. 1. 9. Apoc. 20. 10. V. Behooren dan de menschen door het aenmercken van het laetste oordeel niet bewogen te werden, om afstant te doen van h ...