Filteren
van 195
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 118
Van de Middelen noodigh114Ten derdenwerde.:Hoeverlossinge sal danckbaer a,om,&c.Godt voor sulckeick zijn.V. Hoe veel stucken zijn u noodigh te weten, op dat ghy in desen troost salighlick leven ende sterven ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 121
Vandes Menschen Ellende.117V. Maer kan yemant zijn ellendigh na de werelt, ende geluckigh voor Godt? A. Ja; (namelick soodanigh een, die van Godt uyt sijne geestelicke ellendigheyt verlost is)als blijckt inEnde het geschiede dat de bedelaer stierf, ende van de E ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 120
Van116 c cdes Menschen Ellende.V. Is de Catechismus Godts woort? A Neen. V. Komt de Catechismus met Gods woort over een? A. Ja.SONDAGHII.VrageVrage3, 4,5.3.Waer uyt kent ghy uwe ellendigheyt? Uit de Wet Godts.Antw ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 122
,Van118des Mensclien Ellende.Omdat de geboorte Christi eensdeels is geweest A. boven-natuerlick; want hy is voortgebracht sonder toedoen des mans ende dat door medewerckinge des H. Geests Luce 1. vs. 85. De H. Geest sal over u komen, ende de kracht des Alderhoog ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 123
Vandes Menschen Ellende.119A. In mijne sonden, die ick begaen hebbe tegens mijnen Godt; ende in de straffen, die ick door mijne sonden verdient hebbe. V. Seght eens met twee woorden, waer in uwe ellendigheyt bestaet? ende in de straffe van A. In de sonde, sonde. V. Hoe veelde ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 124
,Van120des Menschen Ellende.sonde heeft my mijn moeder ontfangen. Eph. 2. 3. Van naturen kinderen des toorns &c. V. Spreeckt hier David van de ongerechtigheid ende d sonde van sijn moeder ofte van sijne eygene ongerechtigheyt, waer mede hy ter werelt was gebracht, ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 125
,Vandes Menschen Ellende.121altemael vruchten van de sonde zijn: De besoldinge En dese kleyne der sonde is de doot, Rom. 6. 23, kinderen hebben geen dadelicke sonden gedaen dien volgens soo moet in haer zijn een inwendige verdorventheyt waerom de Heere haer soo komt ae ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 127
,Vandes Menschen Ellende.123A. Neen. V. Worden sy daer van verlost door den Doop? A. Neen V. Is de erfsonde dan oock noch in de herborene kinderen Godts?AJa.y.WaerA. Rom. geestelickuyt bewijst ghy dat? 14.7. is: ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 126
,Van122des Menschen Ellende.is noch niet gekomen. noemt haren Salighmaker Lucemijn ure3.Om1.47.dat sy Godt Mijnen geest verheught hem in Godt mijnen Salighmaker. V. Heeft onsen Salighmaker Jesus Christus oock b erfsonde gehadt? ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 129
Vandes Menschen Ellende125A. Heerschende sonde ende niet heerschende de sonden tegen de conscientie ende niet tegen de de sonde uyt boosheyt ende de sonde conscientie uyt swackheyt; de vergeeffelicke ende niet vergeefdat is de sonde in den H. Geest de felicke sonde sonde tege ...
van 195
