Filteren
van 87
De drie Formulieren van Eenigheid - pagina 49
VAN GOD DEN VADER,35Gods des ahnachtigen Vaders; van waar Hij komen oordcelen de levenden en de doodcn. Ik geloove in den Heiligen Geest. Ik geloove eene heilige, algemeene, Christelijke Kerk, de gemeenschap der heiligen; vergcvinge der zonden; wederopstandinge des vleesches; en een ...
Veertiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 101
13 S. L. Eringa. Friens. K. D. Heringa. Orouw. Ds. J. van der Meulen. Huins. Mej. G. P. H. V. d. Meulen. G. Bakker. Hjjlaard. G. G. Wierda. A g e n t : E . Visser. Begunstigers: 3. Barradeel I. W. Th. Nauta. Correspondent: E. U. Faber. B. Dijstra, te Minnertsga. H . Kalma. omvattende: E. W. Visse ...
Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 91
;,Afd.Hfst.2.HUGO VAN§ 48.III.vierde boek uit van SchriftstudieSTVICTOR..83In dit vierde boek bespreekt hij.de schrijvers, den canon en de schijngestalten der Schrift (de apo-Daaropcryp ...
Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 226
;; ,Afd.218wezen;trouween derherderbekwaamepiscopusinspector ecclesiae te zijn; en alsetOpleeraren, die tot deze gewichtige en heilige taakmoet duszijn,WERENFELS.§ 80.III. ...
Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 334
, ,Afd.326DubespreektHfst.2.DU PIN EN GERBERT.§ IO4.III.Even kortPin slechts vluchtig.zijn zijnvertoogenover het Kerkrecht en de Homiletiek.Toch is het opmerkelijk dat hij Entre vangt met deze ...
Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 343
Afd.Hfst. IV. §2.SCHLEIERMACHER.IOÓ.335en Lessing bovendien nog het schoon der religie van den kerkdijkenvorm losweekte schoot er ten slotte niet anders op over dan dat Kant de laatste consequentie trok en haar ook de eere der tvaar;, ...
Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 369
" :Afd.Hfst. III2.loopbaantheologischeKurze Einleitang den§ 113.eeneDREY, KLEE EN BÜCHNÈR.Encyclopaediedas Studium der Theologiei?iTübingen 1819; een werk waarinnoghijzoo; ...
Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 376
,Afd.368 waartoeHfst.2.speculatievezijnSTAUDENMAIER.§ II4.III.de Theologie niet genoegdiezin,hemempirisch verschijnsel waardeeren kon,alsverleid heeft.De Theologie zelve is voor ...
Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 469
,,Afd.metHfst.2.III.ERNEST MARTIN, LICHTENBERGER ENZ. 461§ 139.ambtsdragers en evenzeer met hetalleelement laique" wor-,,den gerekend. Dit goede verspeelt Vaucher echter doordien ,aanKoning der Kerk ...
Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 158
Afd.150Hfst.2.ANDREAS HYPERIUS.§ 67.III.de studia profana en sacra tot elkander stonden, dan beschouwt ze beiden als „eximia Deihij zielmaar ongeveer,anteponendam cuicunqueintervallotantoanima corpor ...
van 87
