Gereformeerde Apologetiek - pagina 12
14 doen met een weloverwogen plan. KUYPER gaf daarvan openlijk rekenschap. „Nooit," zoo schreef hij, „heb ik de apologetiek op den voorgrond gesteld Toen ik in 1868, uit mijn lief Gel dersen dorp gekomen, te Utrecht voor het eerst met onze groote apologeten kennis maakte, viel de positie, die ze ...
Gereformeerde Apologetiek - pagina 13
15 Het zijn vooral de apologetiek en het practische leven Met het oog op de bestrijdingen, waaraan het Christendom van den kant der evolutie, der godsdienstgeschiedenis en der historische kritiek blootstond, moesten de studenten vooral in de apologetiek onderwezen worden. Dat was de eisch des tij ...
Gereformeerde Apologetiek - pagina 14
16dit deel der dogmatologie onze krachten te wijden. BAVINCK toch vulde zijn vroegere opinie aldus a a n : „De apologetiek had ten allen tijde recht van bestaan en behoudt dat ook in den tegenwoordigen tijd; zelfs is haar thans meer dan ooit een belangrijke taak toebetrouwd." ) Niet luide ...
Gereformeerde Apologetiek - pagina 15
17 encyclopedische plaats in de theologie. Wie niet de aangeboren mentaliteit heeft van den man, die Mit gierger Hand nach Schätzen gräbt Und froh ist, wenn er Regenwürmer findet, kan zich over de teleurstellingen, welke hij hier opdoet niet zoo dadelijk troosten. De geschiedenis der apologetiek ...
Gereformeerde Apologetiek - pagina 16
18 bezweren. En toen dan ook het Deisme het kanaal overwoei, werd het niet zonder welbehagen ingeademd. Zijn naturalisme vond een bondgenoot in het Fransche geestesleven ondermijnen de skepticisme en ploegde den grond om voor het zaad, dat weldra de Encyclopedisten, R O U S S E A U en VOLTAIRE u ...
Gereformeerde Apologetiek - pagina 17
19 onalisme nog voorbij. Het peilde den ernstigen toestand, waarin het Christendom verkeerde, niet ter helfte. Het zocht zijn sterkte in een zelfgenoegzame houding. Het gebruikte als bewijsmidde len dat, wat het juist bewijzen wilde: de wonderen en voor spellingen der Schrift. De levensuitingen ...
Gereformeerde Apologetiek - pagina 18
20 brachte verlossing, houdt ze toch verband met het geheele gees tesleven van den mensch; dan, de christelijke religie valt onder het algemeene begrip der religie en pretendeert alleen relatieve voortreffelijkheid; ten slotte, de objektieve Godskennis valt weg. * ) Deze ideeën zouden voorzeker ...
Gereformeerde Apologetiek - pagina 19
21 van Christus staat, maar deze ook waarlijk leven in hem." Maar hoeveel fraseologie daaronder schuilt, blijkt wel uit zijn beroep op T H O L U C K waarmee hij besluit: „Urn zu wissen was man preis geben kann, muss man wissen was man besitzt." ) De staart als venijn-reservoir ontbreekt alzoo ook ...
Gereformeerde Apologetiek - pagina 20
22 religie op te gaan in moraal, zijn naaste geestverwanten, zooals W. HERRMANN en HARNACK trokken dit konsekwent door. ) De ervaring werd Erlebnis. ) Ook de positieve school, die het oude geloof der konfessies aannemelijk wil maken voor den modernen tijd, is aan R I T S C H L georiënteerd. Zij t ...
Gereformeerde Apologetiek - pagina 21
23 dood spoor gerangeerd. Meerderen worden zich dat bewust, maar zij zijn niet bij machte den wissel over te trekken. BRUNNER'S leuze „los vom Schleiermacher" vindt wel weerklank. SCHAEDER staat waarlijk niet alleen, wanneer hij SCHLEIERMACHER noemt: „der Mann des Schicksals für die Dogmatik des ...