Gereformeerde Apologetiek - pagina 13
Rede gehouden bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt in de heilige godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
15 Het zijn vooral de apologetiek en het practische leven Met het oog op de bestrijdingen, waaraan het Christendom van den kant der evolutie, der godsdienstgeschiedenis en der historische kritiek blootstond, moesten de studenten vooral in de apologetiek onderwezen worden. Dat was de eisch des tijds, de behoefte van het oogenblik. Blijkbaar verkeeren allen in Engeland en Amerika nog in de gedachte, dat de apologetiek het heil zal aanbrengen. Men leeft er nog in dezelfde hoop en verwachting als die, welke VAN O O S T E R Z E E hier te lande koesterde. Des noods moeten de bolwerken maar worden prijsgegeven, als het hart der vesting, de Christus der Schrift, maar behouden kan worden." ) Genoeg zaam blijkt hieruit hoe K U Y P E R en BAVINCK nog onder den indruk verkeerden van de funeste gevolgen der apologetische 26
toeren
van D O E D E S
en VAN O O S T E R Z E E en ook, hoe naar hun
inzicht thetische uiteenzetting van de leer der waarheid, beoefe ning der dogmatiek het alleen noodige was. Beide faktoren echter hebben sinds dien belangrijke wijziging ondergaan. De roem der Utrechtsche apologetische school is totaal verwelkt. Haar aan hangers zijn, tot den laatsten man toe, uitgestorven. En er ligt een dogmatische periode achter ons, die voor de Gereformeerde wetenschap haar beteekenis zal behouden. Wel is onze dogma tiek niet af. Die komt trouwens nooit af. Maar wel zijn wij daarmede in zoover gereed, dat ook voor andere belangen der theologie tijd en kracht kunnen worden afgezonderd. KUYPER liet op het daarstraks gegeven citaat volgen: „Toch volgt nu hieruit allerminst, dat te goeder tijd en op eigen terrein de apologeten geen recht van meespreken zouden erlangen. Mits we ons eerst onze vrije positie heroverd hadden, niet meer mat en aemechtig, maar veerkrachtig en bezield in het land stonden, zou het zelfs eisch van den toestand kunnen worden om ook op dit terrein van ons af te spreken." Welnu, ik aarzel niet het uit te spreken, dat ik voor mij dit stadium aangebroken acht. Gezien de positie onzer Gereformeerde theologie en den aanzwellenden stroom van tegenstand, geloof ik, dat het veld der apologetiek niet langer braak mag blijven liggen. En stemt het tot dankbaarheid, dat onze BAVINCK in zijn Dogmatiek een niet onbelangrijke hoeveel heid apologetische stof heeft verwerkt en zich op zijn controverscolleges gedurig apologetische excursies veroorloofde, zoo leent dit tevens moed, om aan een meer stelselmatige behandeling van
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 oktober 1922
Inaugurele redes | 60 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 oktober 1922
Inaugurele redes | 60 Pagina's