1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 9
HET WONDER. Toen de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland het plan had opgevat om in haar vergad«ring van 25 Mei 1921 te Utrecht een bespreking te houden over het wondervraagstuk en daartoe vooraf een inleiding te doen geven, waarin het wonder van theologische, van n ...
1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 10
2i,^fi^^.n^-^' f •,1^^-"'^'^lang niet meer in die mate over het wonder gesproken wordt als vroeger. Er is een tijd geweest, dat het wonder telkens weer aan de orde kwam, het waren de dagen, waarin de rationalisten zich druk maakten om te betoogen, dat een wonder onmogelijk was, want ...
1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 11
3telkens weer de vraag hebben gesteld, wat is het toch met die wonderbare genezingen, gaat het daarbij eenvoudig om de werking van door den geneesheer niet onderkende krachten, om een ongedachte en nog nooit waargenomen samenwerking van verschillende krachten die ieder voor zich zelf zeer ...
1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 12
4Ik behoef hier wel niet te gaan uiteenzetten, dat dit geen wetten zijn, aan de natuur opgelegd, waaraan zij zich zou hebben te houden, laat staan regels door een mensch voorgeschreven of gemaakt, het gaat hier om de slotsom getrokken uit vele series van waarnemingen, volgens welke bleek, ...
1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 13
5 macht, maar een persoonlijk, vrijmachtig God de wereld regeert in Zijn Voorzienigheid, is er plaats voor het wonder. Wanneer het voor ons gewone verkeerd zou werken, werkt God Zijnerzijds gewoon werkende, het voor ons ongewone. Voor de almacht, den wil van God is het wonder niets bijzonders, he ...
1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 14
6eindelijk nog deze opmerking, ten aanzien van de nu behandelde groep geldt vanzelf ook en dat kan eerder kenmerk zijn, dat de een er meer toe rekent dan de ander. Naarmate men meer weet van de wetten der natuur, den gang van het leven, naar die mate vallen er schijnwonderen weg. Toch weer ...
1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 15
7 mogelijk is, met de Schrift in de hand het wonder op deze wijze te beperken. Wie de Schrift leest, merkt op, dat ze al Gods werken wonderwerken noemt. Hij is het, Die mensch en dier doet geboren worden. Die het zaad doet ontkiemen. Hij geeft leven, dat niemand geven kan. Hij onderhoudt het leve ...
1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 16
8wonderen. Juist dat de wetenschap eeuwen bezig is geweest, om te betoogen, dat er gesn ,,objectieve" wonderen voorkomen, is het beste bewijs, dat de menschheid zich het geloof daaraan niet ontnemen laat. Niet ontnemen, al valt er geen wonder te constateeren, al zijn er niet op te noemen. ...
1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 17
9 steld, dat het wezen van het wonder ons bekend is. Beter lijkt het ons een onderscheiding te maken, die rekent met de wonderen, van welke wij weten, d.w.z. die concreet het terrein overziet en daarop scheiding maakt. Dan hebben we een eerste groep, waartoe we brengen de certrale heilsfeiten. He ...
1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 18
10 ren, aan wat wc zooeven schreven. Maar er blijven er steeds over. Het wonderlijke kan liggen in het op zeer ongewonen tijd vallen van op zichzelf niet ongewone verschijnselen (warmte, koude], het ontvangen van iets op zichzelf gewoons op voor den persoon bijzondere wijze. Er kunnen ook dingen ...