De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 65
64 Met deze grensgedachte der wet hangt ten nauwste samen het universeele leerstuk der souvereiniteit in eigen kring, dat de onderlinge verhouding aanwijst tusschen de wetskringen, die in de wetsidee tot een organischen samenhang verbonden zijn. Het was met name dit leerstuk der souvereiniteit in ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 70
69 instantie den juridischen wil zijn karakter opdrukt en hem in de relatie der toerekening tot de rechtsnorm stelt 3). Wanneer de sociologische richting in de staatsleer rechtsinstituten als staat, gemeente, provincie, vereeniging, in louter sociologische betrekkingen wil oplossen, dan zondigt z ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 28
27 Ziehier het geraamte van Kelsen's dynamische theorie der rechtscategorieën. Achter of liever in dit probleem van de zuivere rechtsvormen duikt nu het probleem van den rechtsinhoud op. Cohen, Natorp en Cassirer pretendeeren door de "Logik der reinen Erkenntnis" den inhoud van den Gegenstand "na ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 72
71karakter van het staats-instituut, op den kosmischen samenhang met de andere levenskringen gewezen heeft 7). Het overheidsgezag ontleent zijn geldingsgrond aan dezelfde goddelijke rechtsordinantieën, waarin ook de gelding van de positieve rechtsnormen is gefundeerd. Het is het gezag' van ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 35
34 bedeutete dies, das die Norm nirgendwo und nirgendwann, also gar nicht geiten würde. Sie hätte keinen möglichen Inhalt und somit auch kei ne mögliche Geltung" 32). Men werpe ons hier niet tegen, dat Kelsen alleen de rechtmatige menschelijke gedraging als doel van het recht aan het recht transc ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 34
33 scheint unvermeidlichen Antinomie ei nes notwendigerweise vorauszusetzenden Dualismus von Sein und Sollen, Wirklichkeit und Wert, und der nicht abzuweisenden Anerkennung einer inhaltlichen Beziehung zwischen den beiden - als beziehungslos vorausgesetzten - Systemen", schrijft Kelsen terecht 30 ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 27
26 logica tot een bloote "Ansatzpunkt für Relationen", een personificatie 12) van normen, die evengoed op een contract en een maatschap als op een vereeniging kan worden toegepast. Het is een geometrisch snijpunt van toerekeningslijnen tot een normen-systeem of een deel daarvan. Hier openbaart de ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 76
75 voor de toekomst wekte, zijn zich zelf in niets ontziende arbeidsijver, ze zullen in onze herinnering blijven voortleven als een voorbeeld van karakter, nauwgezetheid en plichtsbetrachting. Het was niet het minst de gedachte, deze taak, zij 't al slechts ten deele, te moeten overnemen van een ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 26
25 normatieven oordeelsvorm, het wordt eerst in het oordeel der transcendentale logica geschapen. Het is geen imperatief in den vorm "Ou solist", het richt zich dus tot niemand (heeft geen "Adressat") 8), het drukt geen wil uit in psychologischen zin, het is een bloot objectief-theoretisch "solle ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 50
49rechtszekerheid moet dan in ieder geval afzonderlijk worden uitgemaakt, aan welk vanl beide de voorrang toekomt. M. a. w. ook de rechtszekerheid, die als rechtsdoel het recht tegen het relativisme moest beschermen, wordt tenslotte gerelativeerd en daarmede is de antinomie weer tot hare o ...