De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 21
19 strijd zijn geweest met de straks aangehaalde beginselen der belijdenis; en van die belijdenis kon in dit geval nog zooveel te minder worden afgeweken, omdat de rechtmatigheid van de gansche reformatie, en dus het bestaansrecht zelf der G-ereformeerde Kerken, met de handhaving of verloochening ...
De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 22
20wel niet anders; want het gold hier beginselen, die zeer diep waren doorgedrongen. Die waardeering van de meerdere vergaderingen, uit het oogpunt van karakter en bevoegdheid, juist' omdat zij in de reformatie zelve en in de belijdenis en in de geschiedenis der Kerken een driedubbelen gro ...
De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 23
21 Daaruit verklaart zich, althans ten deele, dat van de meerdere vergaderingen niet de Synoden, maar de Classen de meeste beteekenis hadden, d. i. die vergaderingen, waar de plaatselijke Kerken het meest onmiddellijk tegenwoordig waren. Uit diezelfde overtuiging kwam ook voort, dat in den grondr ...
De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 24
22over den Kerkeraad, aan die reeks niet werd toegevoegd: en als de Kerkeraad over de gemeente; want dit laatste zeggenschap was van gansch anderen aard. En (om nog iets te noemen) de bedoelde beschouwing was hier blijkbaar zóó algemeen, dat men in de 17^ eeuw zich daarop beroepen kon in d ...
De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 25
23quatn suas, id est, quae ibi per Legates sues conveniunt, communesque causas ei subjiciunt, omnino per voluntariam et mutuam submissionem, neque in alienam segetem falcem suam immittit Synodus,' sed combinata Ecclesiarum potestas, in earundem Ecclesiarum bonum invigilat una, et communite ...
De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 26
24van gevoelen. Maar reeds in de eerste Synode werd als regel aangenomen, dat, wanneer het gevoelen der meerderheid was gebleken, de scriba dit zou opteekenen en „klaarlyk leezen, op dat het met gemeens bewilliging bestendigt worde", of, zooals er in het oorspronkelijke staat, „vt omnium c ...
De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 27
25 digheid, de gang van zaken altijd zeer eenvoudig geweest zijn. Bij de uitbreiding van de reformatie zou het dan wel altijd hebben moeten gaan op dezelfde wijze als in 1571, d. w. z. dat de Kerkenordening slechts gold, waar men haar vrijwillig aanvaard had, hetzij door uitdrukkelijke verklaring ...
De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 28
26schijn, en dus oppervlakkig, te oordeelen. Wat er op de genoemde vraag eigenlijk te antwoorden is, wordt geheel beheerscht door het antwoord op eene andere vraag, nl. deze: of bij den triomf van de reformatie hier te lande het beginsel van persoonlijke vrijheid in zake de religie, al dan ...
De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 29
\27medegaan, sloot ook altijd in zich: onderwerping aan de Gereformeerde ordening. En wanneer dan bij de eerste handeling, ondanks de pressie, toch bleef gelden, dat men niet gedwongen werd, dan natuurlijk bij de andere ook, om dezelfde reden en in gelijken zin. Ook al zou de vrijwi ...
De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 30
28ken was, moeten we ook nagaan, hoe die houding geweest is, voor zoover dat met ons ojiderwerp in verband staat. Door de Kerken zelve is steeds geoordeeld, dat nu, wat het wezen der zaak betreft, niets veranderd was; daar toch alle gronden, waarop vroeger de geldigheid van de Kerkenordeni ...