De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 21
11 Bij PYTHAGORAS is het denken der Grieken reeds weer een stap verder op den weg die afvoert van de natuurlijke verbanden in welke het menschelijk leven alleen kan gedijen. Al is veel in deze half legendarische figuur nog duister, dit staat toch wel vast, dat hij de verbinding vormt tusschen de ...
De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 22
12 Toch sloop hier menig nieuw onjuist element in. Zoo b.v. de opvatting als viel het onzichtbare der dingen samen met hun getalmatigheid! Ook de vereenzelviging van kosmos en ruimtelijkheid gaat niet op: ruimtelijkheid is immers niet meer dan één der vele functies van menschen ; en dingen. En wa ...
De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 23
I13vraag van welke onderstellingen deze methode uitgaat. Inmiddels is het w^el van belang ook op dit tweede punt te letten. Ieder der vakwetenschappen onderzoekt namelijk één functie of zijde van het menschelijk leven. Toepassing van een verkeerde methode berust dus op expansiepolit ...
De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 24
14 in hun onderzoek omtrent het benedenpsychische de ascendentiemethode trouw: vandaar dat ze meenen in de; ruimteleer tot goede resultaten te kunnen komen met be-| hulp van de methode der arithmetiek. Nu is het in den kosmos zóó gesteld dat het lagere vooruitwijst op het hoogere en het hoogere t ...
De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 25
15 'al onvermijdelijk zijn, ze was niettemin wanhopig. Want wijl nu eenmaal punten iets totaal anders zijn dan kleine lijntjes of lijn-elementen, kwam men met een eindig aantal punten niet klaar. Vandaar dat men ging spreken van een oneindig aantal punten i»). Doch nu was het resultaat nog onguns ...
De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 26
16 Zeker niet voor geestdrift: want de aanvaarding van een , logische antinomie is de dood voor het leven en hare toelating op | en dus het terrein der vakwetenschap de zelfvernietiging van het „het log denken. daartege Maar ook voor wanhoop bestaat geen reden: dat het wie zeg denken der Pythagor ...
De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 27
17 logische is niet psychisch", 't Laatste oordeel is negatief en dus samengesteld: het vermeldt het valsche oordeel „het logische is psychisch" en richt zich nu ontkennend daartegen met het tweede oordeel: „dat is niet zoo". Maar wie zegt „het logische is niet-psychisch" beweert iets positiefs: ...
De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 28
18•In de vierde plaats onderscheide men het oneindige van; 'weergave het onbegrensde — in den zin niet van het onuitputtelijke f een„infii maar van het onderling onmeetbare —. Beide zijn immers: ;QJJI nade niet ident. Het onmeetbare komt daar voor waar men | zijn opgej twee onderlin ...
De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 29
lige van; uttelijke i immers; ar men: ;n wetseid treft •ithmetieel eenlaat uit-; [rukking n achter ig komt, thoekige B en die as op de ave, dan ook hier van den egatieve, kan zijn, egen beeds hier grootten fde veld dan ook: men met| methode| iderzoek sfunctiesweergave kan volledig zijn". I ...
De noodzakelijkheid eener christelijke logica - pagina 30
20 neer men de fouten, die tot het ontstaan van een antinomie iaanleiding geven, doorziet en vermijdt, komt heel de antinomie niet te voorschijn. Intusschep, deze fouten zijn maar niet „vergissingen", die men onwillekeurig maakt en, zoodra men ze opmerkt, gaarne herstelt: ze zijn fouten in de ana ...