Jaarboek 1930 - pagina 41
S9 dan bij onze wetenschappelijke indringing, anders gaan? Neen, ook zonder eenige ontrouw tegenover het uitgangspunt, dat zich onze Gereformeerde wetenschap en Universiteit hebben gekozen: het kan niet anders, of wij zullen telkens weer op onze schreden terug moeten, wij zullen ons doel niet kun ...
Jaarboek 1930 - pagina 42
40 keeren, omdat het aansnijden van vragen, die de diepere beginselen raken nu eenmaal zonder zulk dwalen niet tot resultaat kan leiden, dan dat er géén vergissingen worden begaan doordat het onderzoeken van izulke grondvragen werd nagelaten. Het zou een heel klein kunstje voor onze wetenschapsbe ...
Jaarboek 1930 - pagina 43
41 kunnen zijn! Als 'die maar merken, dat wij een oplossing bieden, die tegienóver de Ihunne staat. Daar kijkt •§& missdiien van op! W^anf, e-egt ge, zoo bewaart ge geen contact met ons, de vrienden van het Gereformeerd Hooger Onderwijs! Stelt ge op dien band dan geen prijs? Niets minder dan ...
Jaarboek 1930 - pagina 44
42 TTT. Wefensohap en mystieke leven in het Calvinisme staan niet dualistisch naast elkander, maar zij doordringen elkander. IV. De mystieke factor in de Calvinistische wetenschap is drieërlei, n.l. in het subject, in het object en in de methode dier wetenschap. V. Pe mystieke factor in het subje ...
Jaarboek 1930 - pagina 45
43 Zoo heeft ook het Calvinisme zijn eigen mystiek. Ze is niet de mystiek van den enkeling, die vlucht in een klooster. Ze is niet de mystiek vaa deu clubachtigen kleinen kring als bij Luther. Zij graaft zich een bedding door het geheele volksleven. Zij heeft geen eigen uitverkiezing, maar erkent ...
Jaarboek 1930 - pagina 46
M zoo precies als mogelijk is. Maar men zal daarin nooit volkomen slagen, omdat ze üet;ewsbeginselen zijn. Wees voorzaohtig dat men ze niet door inventarisatie en door definieering doodt! De VFaarde van den Galvinistischen factor in de wetenschap kan nooit hoog genoeg gesteld worden. Zij waarborg ...
Jaarboek 1930 - pagina 47
45 sluit de plechtigheid. Beza houdt de inaugureele rede en is de eerste rector. Als straks de maxe der stichting naar de Protestantsche wereld is uitgezonden, dan stroomen de studenten van allen kant. Zoowel de stichting, het college, als de Academie slagen volkomen. De geschiedschrijver rekent, ...
Jaarboek 1930 - pagina 48
46 zij de actie van de trouwe medewerkers in het land, vele nieuwe leden en contribuanten worden geboekt, waarvan een groot deel reeds in 1929 hun bijdrage betaalden. Eigenaardig is het dat, hoewel de afgeboekte contributies in den loop van 1929 het aantal en bedrag der nieuw bijgekomen bijdragen ...
Jaarboek 1930 - pagina 49
47 voor de Medische Facnlteit) van wijlen den heer E. L. Sijtsma te Dokkum. Bovendien werden nog legaten ontvangen van: wijlen Mej. A. E. v. d. Sluis te Sneek . . . . ƒ 200.— wijlen Mevr. Besuyen—Huysman te Koudekerke (Zld.) „ 2000.— wijlen den heer H. Dijkers te Katwijk . . . . „ 1000.— willen d ...
Jaarboek 1930 - pagina 50
LEDEN! (1 Mei) 1928: 1929: 143 1) 139 63 1) 62 143 136 22 25 47 48 87 88 71 70. 219 218 170 169 159 160 41 391925: 140 56 138 16 31 70 70 177 118 136 291926: 138 69 147 19 42 84 78 203 158 155 401927: 139 67 141 23 41 87 79 208 161 156 418 5418 5718 58 ...