Mozaïsch en Romeinsch recht : eene vergelijkende rechtsstudie - pagina 100
; - ^^M:^,^::-:r-J^JW'L %. tlMW^'4'é' •' , *Ï!*H'r'-^ ^-vv.^"*.. 'V*^;»^; . . , . ^ i . ,, ; . ' , ^ * ^ - « | f 5 ^ < h 3 ( - ;^.«i.^^•c:-*^^-'ï'lc ,.?i^V..>^%i.•i^^rj ...
Mozaïsch en Romeinsch recht : eene vergelijkende rechtsstudie - pagina 99
§= §: |: u •§':S = o:\iBIBLIOTHEEK VHIJE UNIVERSITEIT3 ÖOOO ÖÖ736 0690t.'r^;^^>S^^'-i;iJii'ï^^^t • s<^*^^^«iSi^c^'«>*^5EJ' ...
Mozaïsch en Romeinsch recht : eene vergelijkende rechtsstudie - pagina 95
87Ons volk heeft behoefte aan mannen; aan personen, die nog iets anders zoeken dan eene eervolle levenspositie; voor wie die positie alleen middel is om het volk te dienen; mannen, die liefde hebben voor het volk in al zijne rangen en standen, en door die liefde gedreven moeite en tijd zic ...
Mozaïsch en Romeinsch recht : eene vergelijkende rechtsstudie - pagina 94
86 werkzaamheid ontheven te worden, en hij zoo nog immer als hoogleeraar tot onze Stichting behoort. Gunnen we onzen ambtgenoot ten voUe de eere, die hem werd bereid, toch beware ons de Heere voor een misverstaan van zijne daden. Niet aUeen smartelijke, maar ook schitterende middelen staan Hem te ...
Mozaïsch en Romeinsch recht : eene vergelijkende rechtsstudie - pagina 93
85' voor het zich verliezen in ijdele verwachting. Met een wandel van jongsaf in vlekkelooze reinheid, was hem de tollenaarsbede toch zoozeer tot vleesch en bloed geworden, dat de ontmoetmg ook met den ellendigste meest het besef van onverdiende genade in hem scheen te wekken. Weinigen, die met h ...
Mozaïsch en Romeinsch recht : eene vergelijkende rechtsstudie - pagina 92
8430 April 1890 nam de Heere hem weg. Geboren te 's G-ravenhage, 25 Februari 1850, werd hij in het najaar van 1868 als student in het Album Academicum der Leidsche Hoogeschool ingeschreven. Door te studeeren zoowel in de faculteit der rechtswetenschap als in die der Godgeleerdheid, en den ...
Mozaïsch en Romeinsch recht : eene vergelijkende rechtsstudie - pagina 91
83 helaas, door „den erbarmelijken misgreep" van 1816 in „Synodaalkerkelijken" en „Afgescheidenen." Met da Costa „heb ik steeds," zoo schrijft Groen, „ter gemeenschappelijke behartiging van de christelijke volksbelangen, aan Afgescheidenen de broederband gereikt. „Aan niemand met meer wederzijdsc ...