![Studentenalmanak 1902 - pagina 101](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/studentenalmanak/studentenalmanak-1902/1902/01/01/101-thumbnail.jpg)
Studentenalmanak 1902 - pagina 101
95gevallen ster. Daar vond hem de Christelij'ke Liefde envoerde hem ter buit, j'a, voerde hem als bruid voor zij'nRechter en Koning. Aan den Rijn strekken fier de oude ridderkasteelen hunmisvormd lijf. Om hen toch, om hen ...
![Studentenalmanak 1902 - pagina 102](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/studentenalmanak/studentenalmanak-1902/1902/01/01/102-thumbnail.jpg)
Studentenalmanak 1902 - pagina 102
ALS EEN STER IN DEN NACHT. oor het open venster, terwijl het buiten schemeren gaat en de lantaarns opgestoken worden, zit met strak-starend oog een jonge man, en in extase spreekt hij,gloedvol maar zacht Mijn ideaal! ...
![Studentenalmanak 1902 - pagina 103](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/studentenalmanak/studentenalmanak-1902/1902/01/01/103-thumbnail.jpg)
Studentenalmanak 1902 - pagina 103
97mij bij te staan, mij te helpen om mijn ideaal te bereiken.Avond op avond. Totdat ik kwam onder hen, die zoo heel diep weg warengezonken reeds in 't eerste bloeien der jeugd, wier neushet bedwelmend reukwerk ...
![Studentenalmanak 1902 - pagina 104](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/studentenalmanak/studentenalmanak-1902/1902/01/01/104-thumbnail.jpg)
Studentenalmanak 1902 - pagina 104
98ik niet meer tot God als mijn grooten, almachtigen Vriendin den Hemel. Toen had ik aan het heden genoeg. Genoegaan dat boek, dat nu voortaan met mij mee ging slapen.Waarin ik las, 's avonds, stil, even stil en geheim als ikbad op ...
![Studentenalmanak 1902 - pagina 105](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/studentenalmanak/studentenalmanak-1902/1902/01/01/105-thumbnail.jpg)
Studentenalmanak 1902 - pagina 105
99morgana's der bange woestijn. Maar die ster leidde mij,toen ik een kind was, langs Bethlehems kribbe , nuzie ik haar staan, lichtend over Kanaans palmen, boven hetdonkere kruis op den stillen Calvariënberg. E n al ...
![Studentenalmanak 1902 - pagina 106](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/studentenalmanak/studentenalmanak-1902/1902/01/01/106-thumbnail.jpg)
Studentenalmanak 1902 - pagina 106
NAJAARSZANG.m aarom gaat toch zoo ras de zomer heen? Waarom verstijft zoo snel zijn blijde lach?E n wordt de nacht zoo lang, zoo kort de dagEn giert door dor geboomt' het herfstgeween?Verdwenen is 't natuurschoon, dat ik ...
![Studentenalmanak 1902 - pagina 107](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/studentenalmanak/studentenalmanak-1902/1902/01/01/107-thumbnail.jpg)
Studentenalmanak 1902 - pagina 107
PHANTASIE. evenseenheid in geheel den kosmos heeft tusschen der Menschheid Ziel en het ons omringende Natuurlevensympathie geschapen, harmonie gelegd, 't Rythmisch bewe-gen in de schepping trilt als echo na op de snaren van deAe ...
![Studentenalmanak 1902 - pagina 108](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/studentenalmanak/studentenalmanak-1902/1902/01/01/108-thumbnail.jpg)
Studentenalmanak 1902 - pagina 108
102 Een zonnestraal, die even door de wolken heenbreekt envalt in den graf kuil, is voor degenen, die treurend daarrondstaan als een Jacobsladder, waarlangs engelen troost, bemoe-diging brengen van den hemel; maar het siepelen van ...
![Studentenalmanak 1902 - pagina 109](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/studentenalmanak/studentenalmanak-1902/1902/01/01/109-thumbnail.jpg)
Studentenalmanak 1902 - pagina 109
I03 H e t is bladstil. Niet echter de starre stilte van den Doodis het, neen! maar veeleer de actieve, de levende stilte vanden slaap. Niets hoort ge dan den rüstigen adem, dan 'tgeregelde boezembewegen van het groote Aardelijf. E ...
![Studentenalmanak 1902 - pagina 110](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/studentenalmanak/studentenalmanak-1902/1902/01/01/110-thumbnail.jpg)
Studentenalmanak 1902 - pagina 110
I04 De adelbrief is het van onze Goddelijke afkomst. Wantals we onze oogen wenden naar den Sterrenhemel, dan gaanblik en gedachten hoog uit boven den zondenacht naardatgene, wat nog steeds prijkt in zijn oorspronkelijk, doorzond ...