Pro Rege.
TWEEDE REEKS. XVI. Want wat baat het een mensch, zoo hij de geheele wereld gewint, en lijdt de schade van zijne ziele? Of wat zal een mensch geven tot lossing van zijne ziele? Matt. I6 : 26. Het Rijk d ...
Dan de Gemeene gratie.
LAATSTE REEKS. LXVI. DE WETENSCHAP. V. {Slot). In den we'ken alle de schatten der wijsheid en der kennis verborgen zijn. Col. 2 : 3. De S ...
Pro Rege.
DERDKREKKS. (Derde gedeelte). Christus Konlagscbap en het Gezin. XV. En de Koning zal antwoorden en tot hen zeggen: oorwaar zeg ik u, voor zooveel gij dit één van deze mijne minste broeders gedaan hebt ...
Pro Hege.
DERDE REEKS. (Vierde gedeelte). Christus Koningschap en de Maatschappij. IV. En zijn God onderricht hem van de wijze. Hij leert hem. Jesaja 28 : 26. Zoo is dan de beteek ...
Pro Hege.
DERDE REEKS. IX. Want die Hij tevoren gekend heeft, die heeft Hij ook tevoren verordineerd den beelde Zijns Zoons gelijkvormig te zijn, opdat hij de eerstgeborene zij onder vele broederen. Rom. 8 : 29. ...
Pro Hege.
DERDE REEKS. XI. Een nieuw gebod geef ik u, dat gij malkanderen liefhebt; gelijk ik u liefgehad heb, dat ook gij malkanderen liefhebt. Joh. 13:34. Nog een laatste verplichting, die uit het Koningschap ...
Het achtste Gebod.
ZONDAGNAFDEELING XIII. Gij zult niet stelen. Extnias - 20"- I. Van het zevende komen we op het achtste Gebod, en daarmee van het/tV/^^am des menschen op zijn goed. Gelijk we aantoonden, toen we de inde ...
Van de Engelen.
XXVII. Gij gelooft, dat God een éénig God is; gij doet wel: e duivelen gelooven het ook, en zij sidderen. Jacobus 2 : 19.Ons goed recht om den afval van Satan en de zijnen niet uit benijding van den mensch, maar uit vijandschap tegen God te verklaren, vindt ...
Dan de gemeene Gratie.
DERDE REEKS. Opdat vervuld zou worden, wat gesproken is door den profeet, zeggende: k zal mijnen mond opendoen door gelijkenissen; ik zal voortbrengen dingen die verborgen waren van de grondlegging der wereld. Matth. 13:35. XII. ...
Pro Hege.
DERDE REEKS. (Derde gedeelte). Chriatus Koningschap en het Gezin. XII. Maar aangaande mij en mijn huis, wij zullen den HEERE dienen. Jozua 24 : 15b. We kotnen Üia.nsoi^ ...