Aangaande mij en mijn huis
I. „Liefhebben" is hèt grota gebod Gods. De hele wet des Heren, hoe wijd ze moge zijn — zéér wijd, zoals de Schrift het noemt — wordt in dit éne woord vervuld: , , Gij zult uw naaste liefhebben gelijk uzelve".Maar toch is ook nog weer dat liefhebben aan van ...
Aangaande mij en mijn huis
Vader Jakob had een groot gezin: twaalf zoons en één dochter; kinderen van vier moeders. Wat voor een moeilijk gezin moet dat geweest zijn! In het meest normale gezin schuilen reeds overvloedig de haarden van ruzietjes en van afgunst en van vijandschap, die van tijd tot tijd in vlamtmen uitbarste ...
Aangaande mij en mijn huis
In een voorgaand artikel vestigden we de aandacht op de ernstige verantwoordelijkheid die de ouders hebben ten opzichte van him kinderen: „De Heere bezoekt de misdaad der vaderen aan hun kinderen, tot in het derde en vierde geslacht dergenen, die Mij haten", zoo spreekt Hij in Zijn heilige wet. H ...
Aangaande mij en mijn huis
De zonde is nooit iets om mee te spelen. Want met elke zonde, die wij bedrijven, schenden we het recht van den heiligen God, die schrikkelijk toornt over elke overtreding van Zijn volmaakte wet.Zonde-doen is daarom zoo heel ernstig; om voor te beven en voor te sidderen!Al is er vers ...
Aangaande mij en mijn huis
Hoe hadden wij dit anders verwacht van de zonen van dezen groote in Israël, die oprecht wandelde met zijnen God, die, geroepen tot het priesterambt en richterambt en profetenambt en daarin den Heere in getrouwheid diende; van vnen niemand uit het gansche volk iets kwaads kon getuigen toen hij oud ...
Aangaande mij en mijn huis
„Gij eert uwe zonen meer dan Mij!"„En er kwam een man Gods tot Eli en zeide tot hem: Zoo zegt de Heere: gij eert uwe zonen meer dan Mij!"Dat Eli inderdaad zijn beide zoons Hofni en Pinehas meer eerde dan dat hij den Heere eerde — het moge ons vreemd in de ooren klinken, haast ongelo ...
Aangaande mij en mijn huis
„Hij heelt hen niei eens zuur aangezien"Dit zijn voor ons overbekende woorden. De Heere sprak ze tot den nog jeugdigen Samuel, toen de Heere voor den eersten keer hem verscheen; in den nacht; en de lamp Gods nog niet was uitgedaan. „Samuel, Samuel!" hoorde hij duidelijk roepen. „Dat moet d ...
Aangaande mij en mijn huis
Hanna hield haar woord! Eenmaal had zij een gelofte beloofd: „Heere der Heirscharen, zoo Gij eenmaal de ellende Uwer dienstmaagd aanziet, en mijner gedenkt, en Uwe dienstmaagd niet vergeet, maar geeft Uwe dienstmaagd een mannelijk zaad, zoo zal ik dat den Heere geven al de dagen zijns levens en d ...
Aangaande mij en mijn huis
„Ik heb hem van den Heere gebeden".Schandelijk was het zooals Peninna, door God rijkelijk met kinderen gezegend, zich gedroeg jegens Hanna, de kinderlooze; schandelijk en goddeloos. Want zoo goed als zij het kon weten, en het ook wist, dat haar kinderen een godsgeschenk waren, wist ze ook, ...
Aangaande mij en mijn huis
Zoo erg als Peninna het aanlegde, die Hanna, de kinderlooze, tergde met terging om haar te vergrimmen vanwege het feit, dat de Heere haar baarmoeder had toegesloten, met het gevolg dat Hanna weende «n zelfs niet at — neen, zoo erg zullen wij het in den regel niet maken.Wij zullen er ons we ...