Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 72
64 geldende spraakkunst de grondslagen werden gelegd: den tijd tusschen 1620 en 1640, waarin de besprekingen vallen van De Hubert met Hooft, Vondel en Reael, de Noodige Waarschow •winge van De Hubert, de twee sterk uiteenloopende drukken van de Spraeakonst van Van Heule, het Taelbericht van Ds. A ...
Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 27
19 Het betrekkelijke welke, waartegen Roorda al geijverd had'* — men kan het ook, als alles, misbruiken'" —, werd eerst lang af> gewezen met de constateering: „komt in de spreektaal niet voor", maar verkreeg daarna een halve toelating, voor redevoering en wetenschappelijk betoog. Het eerste vo ...
Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 18
10zou de verhouding eenigszins kunnen wijzigen. Maar ook zij, die geen dialect spreken, zullen, zoodra zij bij eenige gelegenheid gevoelen, de gebruikelijke taalslordigheid niet den vrijen loop te kunnen laten, zich om beter tot de schrijftaal wenden; daar weten zij intuïtief de oefenschoo ...
Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 28
20houden nogal van Bargoensche woorden", deelt men vriendelijk, zonder afkeuring, of waarschuwing mede. '^ En KoUewijn, met zijn heiligen afkeer van „boekewoorden" en het „verschrijftalen", stelt gaarne vormen voor „met een plat tintje", die „toch veel in de beschaafde spreektaal worden ge ...
Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 3
--.'.• i^-'Mt- 1ils-^;«! -, .•.••• ..n.j,?^ft,i.-ir^;-',>-;-;-->.••;'r^W|##?ïS:S^ ^tuiA^^.u -rTAALBEDERF DOOR DE SCHOOL VAN KOLLEWIJNGEENTAALTUCHT TAALREVOLUTIEI 'o(y ./j3i- ...
Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 20
12 boeken en boeke even beschaafd zijn. Dat men zich toch maar aan den tot nog toe gebruikelijken schrijfvorm hield, was, omdat deze gevallen „in de praktijk van het spellen geen enkele moeilik? heid opleveren". Over de deelwoorden sprak KoUewijn hier wijse* lijk niet. Logeman ziet echter de KoUe ...
Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 29
21 gaan vermengen. Maar het is niet onmogelijk, dat mettertijd neen gelegen als deelwoord van neerleggen de „goeie vorm" wordt, en neergelegd fout.*" Het verwondert ons niet, dat wij in hetzelfde opstel vernemen, „dat grammatikale kennis voor de praktijk van spreken en schrijven eigenlik overbodi ...