Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 96
88 de 3e uitg. zijner Opstellen is opgenomen; alleen in den 2en druk (1903). Vgl. verder „Holtvast";=Kollewijn 35*67. En ook Van Ham en Hofker I I P 90. Een paar voorbeelden: Aldoor werd ie geplaagd door z'n onrust: die kon ie (minder vaak: hij kon 'm; en hoogst zelden ze) maar niet van zich afze ...
Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 98
90 collega v.m.p.c. verklaarde het als noodzakelijk gevolg van de veelgebruikte huig^r. 49 H. Zwaardemaker Cz. en L. P. H. Eykman, Leerboek Phonetiek (1928) 204.der50 Schönfeld, a.w." 64 wijst daar ook op: „Waarschijnlijk is de uvulare r in hogere kringen onder franse invloed in de ...
Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 97
89 45 Schönfeld, a.w.' 94 (2e dr. 72, Ie dr. 59). Kollewijn, Arsenaal 6, 7 rept er ook al van: schreeuwen en sreeuwen, schrijver en srijver naast elkaar voorkomend in beschaafd spreken. Hij wil de vormen met sr niet gaan schrijven, omdat hij geen heil ziet (voorloopig) in aanneming eener „fonetie ...
Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 99
91 deutschen sprachen bediene ich mich meistentheils der heutigen gangbaren buchstaben, deren unzulanglichkeit für alle falie leicht einzusehen ist". — Hetzelfde kan men ook telkens bij onze oudere, en oudste, grammatici vinden; men behoeft heel niet zoo verbaasd te doen, als wel gebeurt, over „i ...
Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 100
92 phonetisch systeem kan worden omgezet. 34. Men moest dus zijn hervormingswerk beperken: „het ouwe spellingstelsel kan niet op eenmaal verdwijnen [ik cursiveer]... we moeten geven en nemen". Zoo alleen „zullen alle partijen het met de fonetiese neiging in der minne willen schikken En dan moet d ...
Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 102
94 dezelfde taal te spellen, die bij KoUewijn c.s. zoo geliefd was. Hij betreurt het, dat Groningers en Overijselaars zich richten naar hunne minderen f de Hollanders], die het in morphologische destructie verder hebben gebracht; en hij hekelt de syncope der d, en de toomelooze assimilatiezucht: ...
Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 101
93 het ons in onze jeugd op school nog altijd voorgedaan". Zou V. d. B. ook het meervoud en het werkwoord als marten hebben gezegd en geschreven? Vreemd is, dat hij in een noot daarbij half en half de „speUingspronunciation" (vgl. o.a. Kruisinga, Taal en MaaU schappij 9 vlg. en 27) goedkeurt: wie ...
Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 103
95 De laatste is nog critischügematigd: aan pieano, vieool, lini[e?]aal, rievier, tietel, en dgl. kan „hij zelf ook niet wennen". Taal en Spelling, enz. 43. — Consequenter ging Buitenrust Hettema te werk: nasie, nasjonaal of naatsjonaal, vernasjonaliezéren, bie* blieoteek, zjenie, dieakonie, dier ...
Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 104
96 nieuwigheden over; terwijl uit de laatste alinea feitelijk heel de oude leer weer kan opgerakeld worden: „enige algemeen gebruike? like bastaardwoorden worden in de spelling geheel verneder* landst". Van de voorbeelden noem ik slechts boeket, faljiet; „en enkele andere" laat voldoende ruimte v ...
Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 106
98 gevallen niet dienen: het is te plomp, en je verdraagt geen vol accent. (Dat alleen is al een afdoende reden, waarom wij het stel: subj. gij, ge, obj. U onmogelijk aan Kollewijn ten offer kunnen brengen). — Dat het bezittelijke voornaamwoord hun niet meer een hen naast zich had, dwong niet tot ...