GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

1. DE BEKEERING VAN DR. A. CAPADOSE. J. H. Kok — 1920 — Kampen.

Met dit werkje zijn wij in de sfeer van den REVEIL.

In de sfeer dier machtige Opwaking van het religieus gevoel, die, in ZWITSERLAND in het begin der vorige eeuw ontstaan, straks door Fransche en Waalsche predikanten ook ten onzent kwam en hier, zooals A. PIERSON het m zijn OUDERE TIJDGENOOTEN schrijft, »zonen Van één vader, maar van verschillende moeders saarabracht.»

De REVEIL, die, over de > kerkmuren c heen, de hand deed reiken aan wie, uit welke protestantsche kerken ook, tot verdieping van schuldgevoel en zondebewustzijn waren gekomen, maar •^et dit afzien van wat »verdeelde* en enkel zien op dat waarin men in > één was< , bij zijn Veronachtzaming van de historische ontwikkeling van het Christendom, dan ook van meetaf onkerkelijk is geweest.

De Reveil, die, wijl het gevoelselement er zooveel sterker in was dan het denk-element, in zoover ook ondogmatisch was, dat het uit den rijken schat van de leer-stukken, om de »eenheid» maa: r niet te verstoren, aan een drietal dogma's meende genoeg te hebben en slechts voelde voor dat van de > Godheid van Christus, " iZijn verzoenend stervenc, en »de onfeilbaarheid der Schrift.*

Dan, niettegenstaande zijn te-vroeg willen grijpen van de teenheid" en zijn kunstmatig pogen tot haar invoering, wat straks weer op verdeeldheid onder de vrienden uitliep; zijn, bij het verwaarloozen van een groot en goed deel der kerkelijke Belijdenis, bedenkelijke Orthodoxie, waardoor de REVEIL zwak stond tegenover de onrechtzinnigheid, die niet naliet er die bedenkelijkbeid aan te verwijten; en niettegenstaande zijn meer uitheemsch en aristocratisch, dan nationaal en democratisch karakter, is de Reveil, om het nu maar op zijn zachtst te zeggen, aan »kerkherstel« niet bepaald bevorderlijk is geweest. Doch in weerwil van dit alles gaat toch, zoo door hun verdiept schuldgevoel en zondebewustzijn als door, wat genoemd is, hun ïsoif des É, mes", of dorst naar redding der zielen, nog steeds van de mannen en vrouwen van den REVEIL een niet geringe bekoring uit op het christenhart.

Het »verslag* dat DR. A. Capadose, in bovengenoemd werkje van 88 bladzijden, van zijn bekeering doet, vindt men er op p. Z()—78, of strikt genomen, op p. 36—61, want op p. 61 leest men: »Ik zou hier het bericht mijner bekeering kunnen eindigen*. Feitelijk is het daar ook geëindigd; op p. 61—78 toch heeft hij het over zijn broer.

De bekeeringsgeschiedenis zelf vult dus niet meer dan 25 bladzijden.

CAPADOSE beschreef haar, toen hij in 1837 te CLARENS in ZWITSERLAND woonde, op aandringen van zijn vrienden aldaar, en voor hen in het Fransch. Een dier vrienden. Prof. PETAVBL te NEUCHATEL, schreef er een VOOR­ REDE en een NASCHRIFT bij en het Fransche werkje zag nog in 1837 te NEUCHATEL het licht.

ABRAHAM CAPADOSE, evenals IZAK DA COSTA, JOOD van geboorte, en te LEIDEN, waar hij Medicijnen gestudeerd had, met DA COSTA onder het gehoor van BILDERDIJK gekomen, had, nadat hij te AMSTERDAM als Doet. med. gevestigd was, bij al meerder verdieping van zondegevoel en schuldbewustzijn, onder bange zielsworsteling in JEZUS zijn MESSIAS gevonden. Mèt DA COSTA en diens vrouw, werd hij den 20sten October van 1823, na belijdenis van het Christelijk Geloof, door Ds. EGELING te LEIDEN gedoopt. Dit alles en ook de zich in onheusche bejegeningen uitende smart zijner naaste, aan het Jodendom gehechte familie, wordt in: DE BEKEERING VAN DR. A. CAPADOSE die zich, wat teekent, PoRTUGEESCH IsBAELiET uoemt, door hem zelf op de meest aangrijpende wijze beschreven. Aandoenlijk is inzonderheid wat hij vertelt van zijn broer, die, anders dan zijn overige familieleden, hoewel hij met zijn gevoelens langen tijd allerminst instemde, toch op zijn sterfbed hem beleed tik geloof in Jezus Christus, mijn Zaligmaker*

Bij wat ik zoo even noemde als een der kenmerken van den REVEIL, zijn »soif des Imes'' en daarbij zijn drang tot de bekeering ook der JODEN of zooals het, mijns inziens min juist, in de taal van den REVEIL heet, > de bekeering van ISRAËL*, is het te verstaan, dat voor de mannen en vrouwen van den REVEIL het boekje van DR. CAPADOSE evenzeer werd geprezen als gelezen.

In verschillende talen werd het dan ook al spoedig uit het Fransch overgezet.

De heer M. J. CHEVALLIBR, zoon van een der Waalsche predikanten te Amsterdam en, als zijn vader, zelf een man van denReveil, gaf er reeds in 1838 een HoUandsche vertaling van, voor wier derden druk Dr. CAPADOSE zelf een VOOR­ REDE schreef, gedateerd 's-Hage 1865.

Deze vertaling ligt thans in 6en druk voor mij.

Zij bevat ook de VOORREDE waarmede de heer CHEVALLIER den eerstendruk voorzag. Teekenend ook daarin is: »De bekendmaking der bekeeringsgeschiedenis van een Israëliet is geheel iets anders dan dat iemand, in het Christendom opgevoed, ruchtbaar zou willen maken datgene, wat hij in zijn binnenste heeft ondervonden" (p. 6).

Ik kan de lezing van dit boekje aanbevelen.

Onder ons, Gereformeerden toch, wordt de zending onder de Joden meer dan vroeger, ook kerkelijk behartigd en aan haar kan de lezing en verspreiding van DE BEKEERING VAN DR. A. CAPADOSE ten goede komen.

Maar bovendien, wijl de Gereformeerde religie, als de meest zuivere, niet minder een zich richten van het voelend-dan van het denkend en willend-Ik op den God van het Woord, den Eenige en Waarachtige, eischt t en het alzoo rechtzinnigheid in de leer en reinheid van wandel niet overschat tegenover diepte van zondegevoel en schuldbewustzijn, — kan, zoo noodig, tegen onderschatting van dit laatste, de lezing van DE BEKEEKING VAN DR. A. CAPA­ DOSE, die in de sfeer van den REVEIL brengt, deugd doen.

2. MEVROUW ADOLF HOFFMANN, TROUWEN EEN GELUK ? Amsterdam, W. Ten Have voorheen Höveker's Boekhandel.

Dit boekje, uit het Duhsch vertaald, heeft als ondertitel: ERNSTIGE VRAGEN AAN ONZE DOCHTERS.

Ik las dezer dagen in de N. R. Ct., dat het katholieke Kamerlid MR. J. B. BOMANS in een vergadering van den bond van R.-K. Dienst plichtigen, het vrouwenkiesrecht, al verklaarde hij er voor het Katholicisme veel van te verwachten, »de laatste schakel in de keten van krankzinnigheden, die bij de Fransche revolutie begint", noemde. Wanneer de Christelijke vrouwen van deze haar verleende bevoegdheid ijverig gebruik zullen maken, verwacht ook ik daarvan niet alleen voor de Katholieke, maar voor al de Christelijke Staatspartijen ten onzent veel, tevens ben ik het wat de qualificatie der toekenning van dit recht betreft, met den heer BoMANS roerend eens.

Ik schrijf dit omdat ik, nadat ik TROUWEN EEN GELUK? had gelezen, in de N. R. Ct.^ de zooeven genoemde qualificatie die ME. BOMANS van vrouwenkiesrecht gaf, onder mijn oogen kreeg. Toen, denkend aan de zonderlinge theoriën, die, ook ten onzent omtrent het huwelijk in omloop zijn en waartegen dit boekje vlak ingaat, verbond zich daaraan bij mij onwillekeurig de gedachte, dat ook deze theoriën, zij het dan niet de laatste, dan toch »'n schakel zijn in de keten van krankzinnigheden, die bij de Fransche revolutie begin.!"

Nu weet ik ook wel, dat men met zulke onwillekeurige gedachten-verbindingen voorzichtig moet zijn. Maar op deze, na het hooren van een uitnemende preek uit Genesis 2 : 18—25 over »de Vrouw en Gods Scheppingsordinantie", mij nog eens bezinnende, kwam ik tot de zekerheid, dat ze niet mis is.

En wijl nu, zooals ik reeds zei, in haar boekje Mevrouw ADOLF HOFFMANN tegen de bedoelde theorieën omtrent het huweUjk vlak ingaat; wijl zij aan onze dochters er niet alleen ernstige vragen in stelt onder welke bedingen trouwen voor haar een geluk kan zijn; wijl zij er, met al de teerheid van een Christen-moeder, ook antwoorden achter zet, die niet alleen van rijpe levenservaring, maar ook van haar gebondenheid aan de Schrift getuigen, — zoo ondermeer, waar zij, op p. 20 onder die bedingen, op grond van II Cor. 6 : 14 »Trekt niet een ander juk aan met de ongeloovigen", in welk geval, zooals zij schrijft, > de schitterendste partij een zwaar juk is" (p. 21), ook als beding noemt: gt; slechts de hand te reiken aan een waar Christen, aan een kind van God", — is het om deze drieërlei reden, dat ik "rRouWEN EEN GELUK, als voorbehoedmiddel tegen «ongelukkig-getrouwd-zijn", ook voor onze dochters een op-de-hoogte-vanden-tijd geschreven boekje acht.

3, In het Mei-Nr. van STEMMEN DES TIJDSI REISINDEUKKEN UIT SPANJE door Dr. E. L. Smit; DE STAAT EN DE VRIJE JEUGDVORMING door Mr. H. van Haeringen; een Novelle DE BLAUWE KAMEE door J. v, H.; DE ARBEIDERSBEWEGING IN AMERIKA door Dr. J. R. Slotemaker de Bruine en LETTERKUNDIG OVERZICHT door J. C. van Dijk.

4. In dat van CHRISTELIJK VROUWENLEVEN: en MEDITATIE van Johanna Breevoort over Spreuken 31 : 24; KRONIEK door A. D.; HET HUIS ZONDER DIENSTBODE doOr A. V. H.—S. Over SCHOONMAAK EN MOT schrijft A. M.; over ONZE JONGENS ... ONZE SOLDATEN ! A. v. H.—S. Mej. M. W. Maclainë Pont geeft er het slot van UIT HET LEVEN VAN EEN ARABISCHE PRINSES; Mej. H. S. S. EJuyper zet er in voort: AT IK ZAG VAN DE VROUWENBEWEGING IN AMERIKA. Van Mevr. J. M. Westerbrink—Wirtz is-er een vers en A. v. I^-JT-S-vertelt er van wat zij in BINNEN-EN BUITHNLANDSCHE BLADEN EN BRO­ CHURES gelezen heeft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 mei 1920

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 mei 1920

De Heraut | 4 Pagina's