Het kerkverband der Nederlandsche Gereformeerde Kerken, gelijk dat gekend wordt uit de handelingen van den Amsterdamsche Kerkeraad in den aanvang der 17e eeuw - pagina 103

BIJLAGE D .

DE ATTESTATIE-QUAESTIE.

101

kerckenraet, den E. H. BurgerMren deser stede was geaduiseert, te weten Dat de kerckenraet niet goet kan vinden Dat Episcopius alsnoch tot den Dienst der kercken geuordert sonde werden, alsomen verstont Dat hij den Nieuwicheden Arminy toegedaen is, Dit Grutero vorss aengesecht zynde heeft der vergadering bedanct end versoeht hem dit by geschrifte sonde gegeuen werden. De broeders hierop gelet hebbende vinden goet, hem int schrift te genen t' geen gehoort tot de antwooide van de voorgestelde vragen, sender meer. (Protoc. III, fol. 239v). C O P I E. Simon Episcopius is met goede getuichenis vande gemeynte tot Leyden tot ons gecomen, en Daerop mede totte tafel des Heren toegelaten, end heeft sich de tyt ouer die hij bij ons heeft conuerseert, seer naerstich gedragen int gehoor van Gods H. Woort, en oeffening der Godsalicheyt, Daerbeneffens oock Christelyck en eerbaer in leeuen end wandel twelck wij getuijgen, om hem te strecken naer behoren, Franeher, A^, 1610. May 4. s. v. W t last des kerckenraets Was onderss: RUDOLPHUS ARTOPAEUS JAN WOUTERSS als olderling. [Aan een blad (239) van Protoc. III. gehecht]. 12 AUG. 1610. — D. Hallius end D. Plantius hebben int ofwesen J. Thomass gerapporteert dat sy volgende haren commissie geweest syn byden H. BurgerMen end haer E. aengedient het goetuinden Des kerckenraets inde sake Simonis Episcopy. twelck haere E. aengehoort hebbende de sake in bedencken genomen hebben, sonder voor Datmael meer darop te seggen. Hierop is gevolcht dat J. Thomass byden H. Burgermre" ontboden zynde haer E. hem te kennen gauen, hoe by hen goet geuonden was, dat de kerckenraet met Simone Episc. sonde willen treden in conferentie also hij Episcopius haer E. hadde verclaert in allen met ons in een geuoelen te staen, wtgenomen dat hij inde leere vande predestinatie so hooch niet konde gaen, als hij meent dat van onse kercke geschiet. De kerckenraet op alles gelet hebbende vint goet, datmen dese sake noch wat in bedencken sal nemen, end hierentuschen met enige vande Heren int particulier sal spreken end Denselven te kennen genen sekere swaricheden Die De kerckenraet heeft end oordeelt wt dese sake end conferentie, apparentelyek te sullen volgen, twelck doen sullen. D. Hallius, Planoius, J, Tomass. (Protoc. III, fol. 239V). 26 AUG. 1610. — D. Hallius heeft der vergadering aengedient, hoe Dat hij vanden H. Burgermeestereu ontboden zynde, haere E. hem hebben te kennen gegeuen, hoe Dat sy van Simone Bgberti wegen by die van Roterdam werden aengesocht ten eynde haer E. sonde gelieuen Episc. voorss te ontslaen, end te vergunnen Dat hij de beroeping van die van Roterdam sonde volgen mogen gelyck tot dien eynde voor haer E. verschenen is een predicant van Roterdam versoekende t' selue seer instantelyck ^). ') De 17 woorden : gelyck iot instantelyck zijn door dezelfde hand in raargine geschreven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen