De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 94
Rede, gehouden bij de overdracht van het Rectoraat der Vrije Universiteit
92 Den 2 Julü 1619. Nochmaels gedelibereert sijnde op het tweede deel uit het vierde punt van de beschrijving, aengaende het aennemen van de kerkelijke ordre, en de approbatie van wegen alle Provinciën daer van te doen, is nae verschelde deliberatien, omvraegen en dispuiten, communicatiewijse daer over gevallen, eindelijken omme met eenpaerigheit en overeenstemminge van alle de Leden alhier, en boven bij de Provinciën, tot het arresteren, approberen en aggreëren van de selve te geraeken, gelijk sulks ten allerhooghsten voor den staet van den Lande en van de kerk noodig sij, verstaen, dat men sal letten, of niet noodig bevonden wordt in de aggreatie daer van bij Acte te maeken aen de Heeren Staeten Generael te reserveren d'interpretatie van alle duisterheden, en omme deselve sulks te mogen verklaeren, als tot der Landen dienst en ruste van de kerk verstaen sal worden te behooren, ende sulks goedtgevonden wordende, gelijk men verstaet alhier te behooren, de acte van aggreatie daer mede sal worden geclauseleert, en op dien voet de kerkelijke ordre, soo die leidt, gehouden worden voor gearresteert, soo de selve gehouden wordt bij desen. Hoe de slotsom van deze Resolution van Juni en Juli 1619, bepaaldelijk het slot der laatste Resolutie, algemeen werd opgevat, blijkt b. v. uit het bericht in den brief van den Engelschen gezant Dudley Garieten aan de Engelsche Regeering, d.d. 26 Juni/6 Juli 1619 (Lettres, Mémoires et Negociations du Chevalier Carleton, Tome III, pag. 103): „En attendant les ordonnances Ecclésiastiques dressées par les Deputes Provinciaux après Ie depart des exteri du Synode, ont été aprouvees et ratifiées par lés Etats d'HoUande; mais elles rencontrent quelque difflculté dans les autres Provinces." En evenzoo uit de „Acta des Suijdthollandtschen Sijnodi, gehouden binnen de stadt Leijden," 23 Juli - 17 Augustus 1619, waarvan art. 89 aldus luidt: „Op het XIP Gravamen: Datter een gheautoriseerde (I) Kerckenordeninghe moghe vercreghen werden, om ten minsten inden Kercken van Hollandt ende West-Vrieslandt in de regeeringhe der Kercken eenen eenpaerighen voet te houden. (Il) Ende dat inde selve Kercken-ordeninghe mede ghelet werde op het verschijnen der Vaderen voor den Predickstoel, als haere Kinderen sullen ghedoopt worden. (III) Als oock op de Kerckelijke Gensuren teghen die ghene die vande waere Leere der Gereformeerde Kercken affwijcken tot de wederdoopers. Papisten ofte andere Secten: offmen niet eilndelijck en behoort teghen de selve te procedeeren tot Excommunicatie. (IV) Item, hoemen procederen sal teghen den ghenen die dickmael Jaeren langh haer absenteeren van de ghemeenschap der Kercke in t'gebruijck des H. Avondmaels, sender reden te gheven van haer Absentie : „Het P acht de Sijnodus hoochnoodich; ende is met vreuchden ver staen, dat de Kercken ordeninghe in Sijnod. Nat. gheresumeert ende overghelevert aende Heeren Staten Generael, is bij de Heeren Staten van
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1889
Rectorale redes | 110 Pagina's
![De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 94](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/rectorale-redes/de-geldigheid-van-de-oude-kerkenordening-der-nederlandsche-gereformeerde-kerken/1889/10/21/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1889
Rectorale redes | 110 Pagina's