De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 64
Rede, gehouden bij de overdracht van het Rectoraat der Vrije Universiteit
62
zijn tot Auderlinghen vercoren ende aen den dienst bleven de naevolghende persoenen: Peeter van den Eynde, Everaert van Heyst, Adriaen van Coninsloo. Ende tot Diaconen zijn aenghebleven ende vercoren: Jan Droochbroot, Lenaert d..,. [oningevuld], Jooris Faes. Welcke voors. Auderlinghen ende Diaconen (wtghenomen Peeter vanden Eynde absent wesende, ende Jan de Roye in sijn plaetse) hebben aenghevanghen ende ghehouden het eerste particulier Consistorie den 13 Augusti 1571, ende aldaer besloten tghene des hier naest volcht, teghenwoordich zijnde beyde de ordinari Dienaeren des Woordts [nl. Sibertus Lohn en Henricus Vellem], in het welcke een vanden selven, naemelijck Henricus Vellem voor d'eerste gepresideert heeft. Die broeders hebben eendrachtelick tsamen in consistorio bewilllicht und fuer goet aengesienn, dat men dat Generael Synodum sal besuchenn. Den 22 Augusti. Presentes: Adriaen, Roy, Heist, Droochbroot, Sibertus. Item beschlossen dass die Nederlenschen noch einmal den Cölenschen aen sullen suechen om zu verwillighen einen von den diener zu erlauben auff dat generael Synodum zu senden; so aber solches nit gestadet wirdt, salmen schicken na M. Pieter Haesert, om den selbighen mit Johan de Roy al daer op dat Synodum to senden. Hie zu verordnet Adriaen Konisloo un Johan de Roy. Item beschlossen das Adriaen Konixloo und Johan Droochbroot van wegen der Nederlenschen sullen am C. P. G- den Pflasgrave [sic] supplieren om to verlauben Dathen, Colonium, Taphinum und fort sumssmehr dar zu dienelich, so die nottruft fortdert, to trecken op dat generael Synodum. Den 27 Augusti. Presentes : Sibertus, Henricus, Adriaen, Heyst, Jan de Roy, Droochbroot, Leenart, Gieles scepper. Beslossen das Jan de Roy sal besuchenn das Provinciael Synodum int landt van Gulich, mit dem dienaer die gesondenn sal werdenn van der gemeynte van Cuelen. Men sal hier achter bey die brieven te boeck stellenn die credentie nu voort aen als volcht." En daarop volgt dan, in 9 artikelen, het Aceoord, tot organisatie van twee kerkelijke kringen, die, hoewel in belijdenis, kerkelijke inrichting en taal geheel overeenstemmende, toch ieder hunnen eigenen kerkeraad enz. zouden hebben. Met het oog op die afzonderlijke oi'ganisatie kan dus, voor den tijd na Augustus 1571, duidelijkheidshalve, gesproken worden van de Nedei-landsche vluchtelingen-kerk te Keulen, en zelfs, nog meer bepaald, van de Nederduitsche vluchtelingen-kerk (daar ook de Waalsche vluchtelingen te Keulen, reeds om het verschil van taal, hunnen eigenen kerkeraad hadden); maar eigenlijk is dat toch niet geheel juist. Het was en het bleef ééne Kerk of Gemeente; gelijk dan ook in het genoemde Aecoord, in den aanhef van art. 1, dit beginsel op den voorgrond stond, dat „de Broederen het zij die voors. Nederlanderen ofte Inghesetene" erkend en beschouwd werden als „tsaemen in een Ghemeynte wesende een Corpus oft lichaem zijnde."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1889
Rectorale redes | 110 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1889
Rectorale redes | 110 Pagina's