De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 63
Rede, gehouden bij de overdracht van het Rectoraat der Vrije Universiteit
ei Hier mede den seluen getrouwen Godt ende Vader onses Heeren Jesu Christi wel hertelick beuolen. Actum onder ons, hier toe gecommitteert sijnde, gewoonüke handt ende subsignatie den XXHH'" dach van Julius anno 1571. Die alle v L. zeer goetwillige vrunden ende broeders in den Heere. Tester in Ohristo frater Gerardus Culenborgquus verbi Dei minister. Willem van Zuvjlen van Nijeuelt. Wy onderschreuen broederen als gedeputeert synde van enighe broederen wt elcker natie te Eembden woonachtich om mette bouengeschreuen gecommitteerde broederen van den tyt ende plaetse deser algemeijner vergaderinge der Kercken na luljt huerder Commission te resolueren, bekennen en certificeren bij desen dat wij met hen een sekeren dach ende plaetse bestemt hebben na inhoudt des besloten briefs hier bouen gementioneert ende opten rugge met D getekent. Oorconde ons handen hier onder gestelt tot Eembden den XXIHI™ July Anno 1571. Gherardus mortaingne Joannes Polyander Gallicanae ad hoc a nonnullis Ecclesiae Minister, Emdae, ad praescriptum Flandris deputatus. a fratribus deputatus. Cornelius Bhetius deputatus a certis quibusdam fratribus nationis Brabantiae et Zelandiae ad praescriptum 5. 24. 1571. Isbrandus Harderwichius fratrum rectorum nomine ecclesiae Pirisae. 4. Uittreksels uit de Acta van den Nederduitschen Kerkeraad van de Nederlandsche vluchtelingen-kerk te Keulen, d.d. 18, 22, 27 en 81 Augustus 1571 (Uit de Werken der Marnix-Vereen., Serie I, Dl. III, blzz. 5—9.) [Den 13 Augustus.] Item volghens den accorde vanden 5 ende 12 Augusti 1571 voors. ')
'•) Het bovenstaande wordt opgehelderd door het stuk, dat in het Aotenboek van den Nederduitsclien Kerkeraad te Keulen onmiddellijk voorafgaat, en waarmede dat Aotenboek begint (a. w., blzz. 3—5); welk stuk aldus aanvangt; „Inden naeme des Heeren. Also de wtghewekene Nederlanderen tot nu toe hier inder Stede Ouelen altijt by de Ghemeynte gheweest zijn,.,-die voor hare koemste daer was, ende dat daer diokwils disputacien ghevallen zijn in versoheyden saeken den kercken belanghende, ende daer de een pai'tye so wel als de andere sich somtijts excuseerden als dat hun de saeken niet aen en ghinghen, ende dat also sommighe goede saeken diewils te rugghe ghebleven zijn, dwelck tot opbouwinge der Kercke niet voorderliok en was, soo hebben de broederen sich dicwils daer over beraetslaecht, hoe men op beyder sijden alle saeken soude moghen wtrechten tot Godes eere ende der opbouwinge sijnder kercken ende nae veel tsaemensprekinge veraceordeert opten 5 ende 12 Augustus 1571 dat men sich in de Kegeringe der Kercken sal houden van
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1889
Rectorale redes | 110 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1889
Rectorale redes | 110 Pagina's