De wetenschap van den Logos - pagina 38
Rede bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit
32
nis uitdrukking gaf door den logos, het woord, hier den naam; want bij benoemen is het w o o r d de n a a m i). Die logos was dus in Adam als een zuiver licht, dat zijn helderen glans wierp op elk voorwerp, op elk wezen, op elke verhouding, die voor hem kwam te staan; waardoor hij ze met volkomen zekerheid terstond kende. De moeilijkheid, die voor ons zoo groot en drukkend is bij het wetenschappelijk onderzoek, niet alleen om van het algemeene tot het bijzondere af te dalen en van het bijzondere tot het algemeene op te klimmen, om in elk geval en elk oogenblik de juiste verhouding te kennen; de inspanmende strijd met andere woorden, die er voor onzen logos bestaat tusschen wijsgeerige kennis en detailkennis, een strijd dien slechts weinigen en dan nog maar voor een deel te boven komen, — die moeilijkheid, die strijd, zij bestonden voor
den mensch in den
staat der rechtheid niet. God en zich zelven en de natuur kende hij met een voor het schepsel volkomen adaequate kennis; hij stond elk oogenblik in de volle waarheid, want de gemeenschap tusschen hem en zijnen Schepper, den Schepper ook van alles wat buiten hem bestond, was ongestoord; leven en licht stroomde hem voortdurend en onmiddellijk toe van zijnen God. Had deze toestand voort geduurd, had de mensch in dezen staat het zegenende gebod van zijnen Schepper vervuld om zich te vermenigvuldigen en de aarde te vervullen en haar te onderwerpen en heerschappij te voeren over het gedierte, dan zou er eene menschelijke geschiedenis ontstaan zijn, maar eene geschiedenis zonder zonde, een toestand voor ons nauwlijks in te denken, maar in elk geval geheel anders dan de Griek zich dien voorstelde in de gouden • eeuw 2), waarin van geen logos en geen door hem zich vermeer[ derende kennis van den Schepper en zijn schepsel sprake is.
1) Merkwaardig is in dit opzicht de plaats bij Plato in den Theaetetus pag. 148, d: TtfLQÖi ^{.^ovfifvoq 'li^v Ttfoï rtór t^uvd^ifoiv d.'FÓii()i,Ot-Vf cóo/C^Q ravrac; JCoXXaq ovoaq ii'l ftd^o TVf^iéX-afifq, üvcft) -/.al raq 'JCoXlaq ê'iti-Ocijfiaq £rl kóyoi TtQOöeiTt^ïv : het ei'tf^i 'JCfQi.la^fZv is parallel met het lóyM TtfioOfbit^Zv en de Xóyoq \yordt het óvo^a 2) Hesiodus Op. et dies vs. 109 seqq. Ovid. Metam. i, vs. 89 seqq.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1891
Rectorale redes | 70 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1891
Rectorale redes | 70 Pagina's