GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Evolutie of revelatie - pagina 81

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Evolutie of revelatie - pagina 81

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

79 ontucht en de gruwelijkheid hunner afgoderij. In dien tüd past zeker niet een koning van Jeruzalem, die nog „God den Allerhoogste" zou beladen en erkennen zou van Hem zijn regiment ontvangen te hebben. 80) Noch omtrent het verblijf van Abraham, noch omtrent de komst van Jacob en de zijnen in Egypte melden de Egyptische inscripties iets. De bekende afbeelding uit het graf van Benihassan, waarop voorgesteld wordt, hoe een Semitische familie verzoekt om Egypte te mogen binnentrekken, (E. BIEHM Haiidwörterbuch des Biblischen AUertums, 18S4, I, p. 321) kan reeds daarom niet op de patriarchen doelen, omdat de naam van den hoofdman dezer familie Abscha luidt. Evenzoo heeft men omtrent Jozef nog niet één „native record" gevonden (PnsroHES, 1. c p. 253). De zevenjarige hongersnood tengevolge van een stilstand van den Nijl onder Koning Zoser, waarop men zich beroept, heeft reeds daarom met den hongersnood onder Jozef niets uitstaande, omdat Zoser leefde omtrent 2400 voor Christus, dus lang eer Abraham uit ür getrokken was. (P. E. E.^ art. Aegypten (das alte) van G- Steindorff) Ook de poging van MAEQUAET, Ghrmiologische Untersuchimgen, Leipzig 1900 p. 35 enz., (zie WINCKLBE, K. T. A.^ p. 21 noot 2) om den Pharao van Jozef te identificeeren met Amenophis IV en in diens onderkoning lanchamu, wiens naams Semitisch klinkt, Jozef terug te vinden, moet afgewezen worden, omdat Amenophis IV van 1392-1374 regeerde, dus in den tijd der Eichteren. 81) De identificatie van den Pharao der verdrukking met Eamses II en van zijn zoon Merenptah met den Pharao van den uittocht berust hoofdzakelijk op het feit, dat een der steden, die de kinderen Israels bouwden Bamses wordt genoemd (Ex 1:11), en Eamses I, die slechts één jaar regeerde, hier niet in aanmerking kon komen. Versterking kreeg dit gevoelen, toen Naville de overblijfselen van de stad Pitom ontdekte en op de steenen het cartouche of zegel van Eamses II werd gevonden; ook in de ruïnes, die mèn voor die van de stad Eamses houdt, was hetzelfde het geval (EBEES, Burch Gosen sum Sinai, p. 496—506). Chabas meende een nieuwen grond voor deze hypothese te vinden in twee papyrusrollen te Leiden, waarop ten tyde van Eamses II als bouwlieden van deze steden de Aperiu voorkomen, wier naam zich met dien van de Hebreërs liet vereenzelvigen, terwijl ook de klachten van deze Aperiu over de harde diensten hun opgelegd, het gebrek aan stroo, dat zij hadden, enz. sprekend aan Exodus 5:6—16 herinnerden (EBEES, 1. C p. 520). Ook de namen, die de Joodsche overlevering geeft voor de Koningsdochter, die Mozes redde, Thermuthis,MerrisofBitja, meende men in de dochters of vrouwen van Eamses II terug te kunnen vinden (EBEES, 1. c- p. 525). Terwijl de uiededeeling van Eamses III in den groeten papyrus Harris, dat vóór zijne regeering Egypte langen tijd in een toestand van anarchie geleefd had, zoodat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1903

Rectorale redes | 136 Pagina's

Evolutie of revelatie - pagina 81

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1903

Rectorale redes | 136 Pagina's