Evolutie of revelatie - pagina 40
Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit
38
alleen bij nog latere schrijvers v7ordt gevonden en door hen, naar ieder toestemt, aan de Schrift is ontleend 160). Wat eindelijk het babylonische scheppingsverhaal aangaat, dat men in Kujundschik op kleitafeltjes geschreven vond, zoo biedt dit met het scheppingsverhaal uit Gen. 1 geen de minste overeenkomst. Het is een theogonie en kosmogonie, zooals men ze by alle volkeren vindt. Uit den eeuvirigen Chaos, de Tiamat, worden de goden bij paren geboren; een der jongste goden, Marduk, de lichtgod, bestrijdt op last der andere goden de moedergodin Tiamat, doodt haar, snijdt haar in twee stukken en vormt daaruit hemel en aarde 161). Dat Genesis 1 hiermede niets te maken heeft, springt in het oog en men neemt daarom aan, dat oorspronkelijk bij Israel een andere scheppingsmythe moet bestaan hebben, die zich nauwer bij de babylonische aansloot en waarvan men de sporen meent te ontdekken in de psalmen en profeten 162). Zoo blijft dus alleen over het zondvloedverhaal. Hier valt de verwantschap metterdaad niet te ontkennen. Niet alleen dat, zooals by andere volkeren, verhaald wordt van een vloed en de redding van enkele menschen in een schip, maar zelfs het uitzenden van de duif en de raaf uit de ark wordt hier met bijna dezelfde woorden als in de Schrift gemeld. De tekst van dit verhaal vormt echter een deel van het zoogenaamde Gilgamosepos, dat teruggevonden is in de bibliotheek van Koning Assurbanipal en dagteekent, zooals het thans voor ons ligt, uit 650 vóór Christus 163). De vermelding dezer feiten moge volstaan om u te doen zien, hoeveel er juist is van de bewering, dat de Chaldeeuwsche Genesis ouder is dan de Bijbel en Israel zijn Genesis aan Babel heeft ontleend! Natuurlijk is hiermede het probleem zelf nog niet opgelost. Want al zijn de thans gevonden keilinscripties en de mededeelingen van Berosus van te jongen datum om naast de oudheid van de traditie der Schrift ook maar te kunnen worden genoemd, de mogelijkheid bestaat toch, dat deze sagen door nieuwe ontdekkingen blijken zullen van veel vroegeren oorsprong te zijn en in hun oudsten vorm nog veel sterker met de Schrift zullen overeenstemmen dan thans reeds het zondvloedverhaal doet. Een a-KwSaXov voor ons geloof behoeft dit allerminst te zijn. Het feit was reeds lang bekend, dat niet alleen bij Babel maar bij alle oudere volkeren zulke sagen worden gevonden. Ge vindt ze bij de Grieken en Etrusken, in Mexico én bij de Eskimo's, bij de Hindoo's en Chineezen, op de Zuidzee-eilanden en in Kamschatka 164). En het
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1903
Rectorale redes | 136 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1903
Rectorale redes | 136 Pagina's