Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 116
Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit
106
dezen laatsten raad heeft aangevoerd, dat Luther in een geheimen biechtraad de dispensatie tot dit tweede huwelijk had gegeven en dat het „geheim" van de biecht niet mocht verbroken worden ; dat ook volgens Roomsche moralisten het in zulke gevallen geoorloofd was, om onwaarheid te spreken, ten einde het geheim van de biecht te bewaren, enz. moge als argumentum ad hominem tegenover Roomsche polemisten waarde hebben, maar disculpeert Luther in ons oog niet. Het blijft waar, wat F. BEZOLD, Geschichte der deutschen Reformation, Berlin, 1890, p. 735, opmerkt, dat deze geheele zaak „der dunkelste Fleck ist in der Geschichte der Reformation.'' **i) F. LoOFS, Leitfaden ziim Studium der Dogmengeschichte 4'^ Aufl., Halle, 1906, p. 806 en DR. G. OORTHUIJS, De Antropologie van Zwingli, Leiden, 1905. "-) LoOFS, t. a. p., p. 805. Calvijn schreef over dit werk van Zwingli de Providentia aan Bullinger: „Zwinglii enim libellus, ut familiariter inter nos loquamur, tam duris paradoxis refertus est, ut longissime ab ea quam adhibui, moderatione distet" (Calv. Opera, in Corp. Ref. t. XIV, p. 253). »•') LoOFS, t. a. p., p. 800. *'-') Zie o. a. MöHLER, Symbolik, 4'e Auflage, 1835, p. 86, 202, enz. *"") Confessio Aiigiistana, Art. VL Ook onder de Gereformeerde belijdenisschriften is er geen, die de noodzakelijkheid der goede werken niet leert; zoo de Conf. Helv. prior, die in Art. 13 zegt, dat het geloof „us jm die liebe und demnach allerley tugenden und guter wercken frücht wachsenn macht", ja dat het „unzalbare gute werck würckt"; de Conf. Helv. posterior, Art. XVI: „Quamvis doceamus cum Apostolo hominem gratis iustificari per fidem . . non ideo tamen vilipendimus aut condernnanius bona opera. Gum sciamus hominem non regenitum esse per fidem, ut ocietur, sed potius, ut indesinenter quae bona et utilia sunt faciat"; Conf. Gailica Art. XXH: „Ainsi la foy non seulement ne refroidit 1' affection de bien et sainctement vivre, mais 1' engendre et 1' excite en nous, produisant necessairement les bonnes oeuvres"; Conf. Belgica, Art. XXIV: „Zoo is het dan onmogelijk, dat dit heilig geloof ledig zij in den mensch, aangezien wij niet spreken van een ledig geloof, maar van een, hetwelk de Schrifture
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1910
Rectorale redes | 192 Pagina's
![Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 116](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/rectorale-redes/het-zedelijk-karakter-der-reformatie-gehandhaafd-tegenover-rome/1910/10/20/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1910
Rectorale redes | 192 Pagina's