GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 84

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 84

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

74 in 1512 en enkelen zelfs vóór zijn aanteekeningen op de Sententiën van Lombardus in 1508. Waar de gevoelens zoo uiteenloopen, kan men hier niet anders dan met groote voorzichtigheid conclusies trekken. Het citaat van Augustinus, waarop Luther zich later beriep, komt alleen voor in Luther's commentaar op den brief aan de Romeinen bij cap. 1 : 17. In den Psalmencommentaar is hiervan nergens sprake, maar wel staat vast, dat Luther de justitia Dei hier reeds als misericordia Dei opvat. Bezwaar levert dit echter niet op, want uit den verderen inhoud van dezen Psalmencommentaar blijkt, dat Luther toen reeds tot omkeer in zijn geestelijk leven gekomen was. En wat de annotaties op de Sententiae van Lombardus betreft, die in 1509 zijn begonnen, en die geschreven zijn, toen Luther m. i. ongetwijfeld nog Roomsch was, zoo wordt hier over de justitia Dei nergens gesproken en nog veel minder het citaat van Augustinus aangehaald. Zie voorts ook over deze quaestie, hetgeen ik in noot 86 heb aangeteekend. Ook het derde argument, het argumentum e silentio, dat Luther tot 1540 over deze ontdekking zou gezwegen hebben, is onjuist. Veeleer kan worden aangetoond, dat Luther steeds heeft gezegd, dat zijn opvatting van de justitia Dei een geheel andere was, dan die van de „Doctores". Reeds in 1533 in zijn toen opnieuw uitgegeven Psalmencommentaar schreef Luther: „hoc vocabulum justitiae magno sudore mihi constitit. Sic enim fere exponebant, iustitiam esse veritatem, qua Deus pro merito damnat seu iudicat male meritos et opponebant iustitiae misericordiam" (E. A. op. lat. 19, 130). Elf jaar vroeger in een preek van 1521 zeide Luther: „Merk dieses Stücklin mit Fleisz, dasz WO du in der Schrift findest das Wort G o t t e s G e r e c h t i g k e i t , dasz du dasselbige ja nicht von der selbwesenden, innerlichen Gerechtigkeit Gottes verstehest, wie die Papisten, auch viele heiliger Vater geirret haben, du wirst sonst dafur erschrecken, sondern wisse, dasz es heiszt, nach Branch der Schrift die Barmherzigkeit Gottes. Diesz alles beweiset klarlich St. Paulus Rom. 1 : 16, 17. Hiesiehstu dasz er von der Gerechtigkeit des Glaubens sagt und diesselbe nennet er die Gerechtigkeit Gottes. Also soiltu verstehen Ps. 31, 2: Eriöse mich durch deine Gerechtigkeit, d.i. mit deiner Gnade" (E. A. 10, 21, 22). Nu spreekt Luther hier zeker niet rechtstreeks over zijn eigen bekeering, maar zijn waarschuwing tegen de verkeerde opvatting, die de Papisten hadden van de justitia Dei, en zijn verwijzing naar Rom. 1 : 17 en Ps. 32 : 2, de beide teksten, die hij ook later steeds genoemd heeft in verband met zijn eigen bekeering, bevestigen dit latere

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1910

Rectorale redes | 192 Pagina's

Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 84

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1910

Rectorale redes | 192 Pagina's