GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 152

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 152

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

142 om met behulp van 's menschen eigen kracht de zonde te overwinnen en rechtvaardig voor God te worden. De al dieper doorgaande kennis der zonde had Luther geleerd, dat het niet voldoende was, de vruchten der zonde af te snijden, zoolang de wortel der zonde bleef. Daarom had hij beproefd het peccatum radicale uit zijn hart uit te rukken, maar toen hem bleek, dat dit onmogelijk was, omdat de concupiscentia „invincibilis est," kwam hij tot wanhoop aan zichzelf en leerde hij de toevlucht nemen tot de gratia Dei. In dien zin nu noemt Luther in zijn commentaar op de Romeinen deze concupiscentia „hidra illa multiceps, monstrum nimis pertinax, cum quo pugnamus in Lerna huius vite usque ad mortem" en vergelijkt hij haar met Antheus „in terra demissus insuperabilis" (FICKER, I, 2, p. 145). Wat Luther met deze beide beelden bedoelt, zal thans duidelijk zijn; men kan dit veelkoppige monster telkens wel een hoofd afslaan, maar het monster zelf dooden kan men niet; men kan de concupiscentia wel een oogenblik overwinnen en ter aarde neerwerpen, maar het gaat met haar als met den reus Antheus, die zoodra hij schijnbaar overwonnen was en de aarde aanraakte, opnieuw kracht kreeg en den strijd weer aanving. Reeds hieruit kan blijken, hoe onwaar de voorstelling is, die Denifle geeft van Luther's gevoelen, alsof deze met de stelling: „Concupiscentia penitus invincibilis est" bedoeld zou hebben, dat de geloovige aan de aanvechtingen dezer concupiscentia geen weerstand kan bieden, voor elke verleiding bezwijken moet en daarom geheel door deze concupiscentia wordt beheerscht, een voorstelling, die des te ergerlijker is, omdat Denifle onder deze concupiscentia bij Luther altoos inzonderheid zijn libido sexualis verstaat. Denifle meent dan ook {Luther, \-, p. 440 en v.v.) zelfs met opgave van de jaartallen te kunnen aangeven, hoe Luther, doordat hijzelf steeds meer aan de zonden toegaf, ook steeds in sterkere mate leeren ging, dat de concupiscentia onoverwinnelijk is. Aanvankelijk leerde Luther, volgens Denifle, in zijn Fsalmencommentaar nog, in overeenstemming met de heele Roomsche kerk, dat de concupiscentia alleen behoorde tot de „reliquiae peccati", maar geen zonde was; in het midden van 1514 bij Psalm 107 krijgen we echter reeds de klacht te hooren, dat de strijd met zijn hartstochten voor Luther „ausserst schwierig, ja vergeblich ist", want Luther zegt nu, dat de „passio ire, superbie, luxurie, cum presens est, sentitur difficillima victu, immo insuperabilis, ut experientia docet" (W. A. 4, 207); en een jaar later, einde 1515, gaat Luther nog een schrede verder en verklaart hij ronduit, dat de „concupiscentia pem'fos

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1910

Rectorale redes | 192 Pagina's

Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 152

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1910

Rectorale redes | 192 Pagina's