GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 125

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 125

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

tI5 pen. En dat dit geen willekeurige hypothese is, om het latere bekeeringsverhaal van Luther te handhaven, maar een wettige gevolgtrekking uit de oudste bronnen zelf, blijkt niet alleen daaruit, dat Luther telkens in dezen Psalmencommentaar den brief aan de Romeinen aanhaalt, maar vooral daaruit, dat hij bij Psalm 147 verwijst naar een voorafgaande studie over de Romeinen: „vide Bibliam Ro. 15 in scedula" (W. A. 4. 458). Hij had dus toen reeds voor zichzelf aanteekeningen bij dezen brief gemaakt, zooals ook door FICKER t. a. p. I, Einleitung, p. LXXII wordt opgemerkt en bovendien ook daaruit blijkt, dat Luther in zijn commentaar op de Romeinen van 1515 soms naar deze vroegere glossen verwijst. Moet de bekeering van Luther dus gesteld worden, vóórdat hij in den zomer van 1513 aan de uitlegging der Psalmen begon, men zou zelfs nog een jaar vroeger kunnen teruggaan, wanneer de predikatie, die Luther voor den praepositus van het klooster te Leitskau gemaakt heeft, en die is afgedrukt Luthers Werke W. A. 1, 10 en v.v., metterdaad is opgesteld, gelijk de uitgevers meenen, met het oog op de Synode, die 22 Juni 1512 te Ziesar zou gehouden worden. Want het is buiten kijf, dat Luther in deze predikatie reeds een beslist reformatorisch standpunt inneemt. Hij zegt, dat de wedergeboorte geschiedt „nulla alia re quam verbo Dei"; dat God de wedergeboorte schenkt „voluntarie et gratuito liberoque beneplacito, non nostra merito neque dignitate. Non enim nobis quaerentibus, petentibus, pulsantibus, sed ipsius misericordia volente generantur" (p. 10); hij verklaart, dat de priesters niets anders te doen hebben dan het zuivere woord Gods te brengen, „nam in ceteris omnibus non est opus sacerdotibus" (p. 13) en hij legt allen nadruk op het sola fide: „rursum et illi errant, qui humanis viribus et studiis praesumunt vitia sua vincere, saepius incipientes, rursum relabentes; non vincuntur nisi fide" (p. 16.). Intusschen berust de dateering van deze preek, die zelf geen datum draagt, alleen op vermoedens, en levert ze dus geen stringent bewijs. Verder terug te gaan dan 1513 of 1512 acht ik echter niet geoorloofd, omdat uit niet een enkele bron vóór dien tijd blijkt, dat Luther toen reeds tot dit nieuwe inzicht was gekomen. De bewijzen, die men aanvoert, om de bekeering van Luther nog vroeger te stellen, zijn m.i. dan ook niet steekhoudend. Het bekende verhaal, dat Luther reeds tijdens zijn reis naar Rome (welke waarschijnlijk in 1511 plaatsvond) tot bekeering zou zijn gekomen en wel doordat hem, terwijl hij bezig was „seine preces graduales in scala LateranensJ".te verrichten,.het

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1910

Rectorale redes | 192 Pagina's

Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 125

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1910

Rectorale redes | 192 Pagina's