Kerkelijk Leven en Christelijke Vrljheid.
V.
Naast bet neciït van gravamina en 'de libertas prop het andi vowd de hanidjiaving 'det belijidenis bij ide gerefoimeenden van ouds zekere begrenzing in ide t'Oler, antie. Die tolerantie toch hield rekening .met _de mogelijklieid dat iemand door gebrek aan inzicht, door invloeden van buiten of anderszins, bezwaïen had tegen den o'f m'Cer situllcken ider leer. W.anneer slechts de goede tro'uw van zuUc een persoon vas'tstonid en wanneer : het niet 'de funidamenteele stuldaen der waarheid raakte, werid h.iji in zijn lafwajklende gevoelens met liefde geduld. Toien inidertijld Coolbaes (ik ontlee'n dfezie m'ededeeling , aan heit ïeelds aangebaallde werk' van Prof. Bouwmian) voO'r jde synode* van 's-iGravenhag© beleeid' dat bijl wel 'de gereformeerde belijldenis in al hare „poinciten '8nde articulen" voor goed en scbriftmaitig bie'lid, maar idat zij'ns inziens fle bewoojidk-igen van Artikel 16 over 'de praedesitinatie zoodanige neprobatie leerdep, als hij! niet kon aanvaarden, W'crd besloten, hem als lidma'at te dragen, indien hij „bekende, dat alle .degeene 'die saligh worlden, niet door haar 'oygen verdienst, weerdicbeyt 'Ofbe beilicbeit, m'aar alleen uit louter gena, aden Gods idie een go'öden wille werckt in dien uitverco!ren, 'salich enide behouden werden; ende dat degeene 'die vexlooien gaan om haar eygen scbul'd verloren gaan, ende dat God geen oorsajeck daarvan is". Indien hij' d.alt bekende en vO'Orts „siüzwijge ende niet en idrijve ofte sustinoefe van 'de gemeene igenade Gods voor alle ende iegeliake meniscben geUjidkl• in sijtnen boeck Coinciliatie.... geschiet is" zlou hij; , als! lidim'aat der kierk kmmen gfeidxagen wouden. Als leeraar [der keA zou hijl echter niet mogen worlden geduld. OngetwijifeM een typeerend voorbeeld: van de juiste, opvatting van toleiajitie.
Ook in dten lateren tij'd hebben die gereforineefde kerken in jonS vaidtertaind blij'k gegeven, dat gaj', in ide banidhaving van de waaiiheid Godte, den wegi van wijlz© beza'digdb'eid houden wildien. Toen ^-kele jaren 'teruig'nogal hooggaand verschil van gevoelen ree(si over sommigie punten als supra-eïi infralapSari.ajnismte', rechtvaaiidiging van eeuwigheid, middellijke lof onmiddellijke wedergebooïl», sprak in 1905 de synode yan Utïecht uit dat men el'kanider ten 'Opzichte van 'dergelijke intra-conlfösioneele venscbillen baid te dragjen en sindSdiiep. is idan ook de vndde weergefceend.
Zoo blijft er dius in den boezem der gereformeerde kerken voor de vrijheid van persoonlijke opvattingen nog ruimte genoeg over en is er waarlijk 'geen grond voor 'den suggestieven waan dje^i men z'oo gaarne buiten onzen ktiing wekken wil, alsof onder ons de vrij'heid van bet ptersoonlijk geloiolsleven opgeofferd zou worden aan bekrom'pen letbeiikineobberiji, kleingeestig spijkers-op-laaigwater-zoeken of aan een soort van kabbalistiscbe vereering van zekere geijkte termen. Het is' dèn gereform'eerden steedis om bet hart van de belij'idienis te doen geweest, , oim de 1'e ven'de kracht ervan.
NatuuTlijk spireekt het vanzelf Id'at, walmeer iemlanid 'door publicaties in de peiis, betzijl anderszins .stelselmlaitig ide grondslagen Ider confessie, zooals iden aoendocü van Christus^ 'de recbtvaaridigjng door het geloof alleen, het goiddelijk gjezag der Heilige Schrift 'en idieT'gelijke aanrandt, de kerk mtoet ingrijpen. Maati wie, oib zutfe oorzaken door haar tucht getroffen wordit, ratodt immers zelf de vrijheid der kerk aan, idoordat bij' eigen dwaalleer in ide plaats schuift voor 'de schriftuurlijke waaj-heiid, idie alleen de oonscientiën binden mag.
Evenwel, wanneer er zoo nu en diain onder ptbs stemim'en opgaan, Idie klagen idat de persoonlijike vrijheid idoor onS kerkelijk leven wat al te zleer aan baniden w'ordt gelegld, dan vin'dt deze klacht niet .alleen baar gton'd in het hier boven biesprokene. Er is een anidere oorzaak die hier en jd.aiar veel m'eer aanistioiot schijlat te gievjen dan de wel geim'atigde, maar toch zeet besliste hanidbaving öi& r belijidenis - en diie is te zoeken in wat ik bier maar aaniduiden zal als de kerkelijke orlde.
Dat met bet oioig opj een Itrachtig ziob ontwikkelenide kerkelijke gemieenscbapl zekere orde nooidig is, is zóó evident dat ik Mer geen woord verdier over behoef te zeggen. Kiettemin waren onze-gereformeerde kerken van mieet af zóó 'doordrongie'n van het (door Calvijln aangegeven beginsel: „alleen bet Woorid' vain God 'souverein in zij'n gemeente"j dat zij er no'oit aan gedacht hebben een ^oort van wetboek op' te stellen, dat tot in dö kleins.te finesses alleS' réglemienteeren ziou. De practijk dier RO'omBche kerk m'ct baar tot ki de geringsite détails uitgewerkt kanoniek recht, bleef in deze een m'aar al te afschrikwekfcenid voorbeeld.
Vanldaar idan 'Ook dat de Dolidtscbe vaaderen ziob bepaalden tot het O'pstellan van elen kerkenordening waarin wel ide beginselen en de booifdlijnen' van kerkregeerinigi zijin aangegeven, nlaar 'die de m, anier van toepassing dier beginsielen geheel vrij' laat.
Nu zijln er pin'der ideae bepalingen al aanstonds verschiilenlde idie recbtstr|eekls rusten o-p' de Schrift. Dat gteen geïnistitueeidie kerk denkbaar is zonder wettig geroepen ig'pzieners en idiakenen; dat jde gemieente 'Op iden Diag d'eS Heeren beeft saam Ie komen; Idat in haar midden 'gerege'lde bediening, moet zijin van Wo'Oild \en Sacramenten, ziedaar beginselen waarvan effi gerelarmeerde aanst'ortds toegeeft Idat zij! aan Idie leden eener kerk met godidel'ij'k gezag worden opgelegid.
Doch tot diez© beginselen kan de kerkregeering zich niet bepalen. Er zijn er ooit 'die, recMslréeks althans, niet uit de Schrift, zij'n af te leiden len die to'di, naar bet Woord Idat alle dingeii eerlijk eU miet or'die geschieden m.oeten, onmisbaar 'zijn, ho'ewiel zijf niet als gege-vens dier bij'zO'Udere ojpe'Ubaring, idlocb veel meer als resultaten van ervaring en gezonid verstand werden 'gevoniden. Doch hierover in 'een voilgend' artikel.
T. FERWERDA.
De aangewezen weg.
Eerlijkheid gebiedt onSj waar wij de veride'digiag dier claSisis Dondrecht in [de zaak-Vonkenberg in 'Oïize kolommen - een plaats gaven, ook het verweer, dat Ds. V'onkenberg, in „De Standaaiid", publioei«: *die hier op te nemen.
Daarin schrijft hij bet volgende:
Een Classis, die togen, het knantengescbrijl ingaat! Wat zijn de Dord'tisdhe .broedeirs toch o.iirastigj! 'k Kan mij voorstellea, zij vinden het niet aiangenaiaim, dat Mm Noveanber-handelingi z.ulk een slechte Pers lieeft, aoowel in den kerkelijken kring als daarbuiten, terwijl de Kerken zelf, zooal's mij d^elijks blijkt, al even weinig sympathie ervx)or betoonen. Maar dat behoeft tO'cJi niet onmsti, g te maken. Hini handeling komt in den wettigen, kerkelijken weg, voor d© nieierdere vergadering(en). Of is dat jnjst de oorzaak der ge'bleken onrust?
Dte Classe wachte het oordeel der Synode kalm ai.
Dat maakt voor een Classis waardiger indrulc
daïi aan de „wereldlijke" pers eene mededeeling te Tcrstreikk< m; , die tot tegenspraak: dwingt, dewijl izij nieuwe onjiiisthieden bevat.
Het feit, dat door mij met dm fcerkeraad gsen ' overleg eoü zijm gepl-eegd, is geen feit: een • langdurige kerkeraadsv-ergadering is aan de benoekning gewijd; de hartelijkste eeasg©z.indbeid is in •' die vergadering gieblekea en eonder moeite is men tot een gBm: eenscba, ppelijke conclusie gekamen. Dat dit overleg een paar miaanden later niet behoefde herhaald te wordeWj^ spreekt vatijZielf: er was immers ' niets veranderd.
Er izijn meer „onjnis-theden" in de classikale t bekenidmiaking. Maiar ik izal, door daarover te zwij'-, geri, traditen te verhinderen, dat meni de aandacht vtan de hoofdzjaak afvoert. (
Hoofdzlaak is:
Ie. De Classis deed iti November een haadelingi, ' r.echtBtrceks in strijd met haar besluit van Augus-' tus. Tot de Novemberhandeling had zij geen recht, wijl het hiér niet een zaak, maar de door baar •zelf vastgelegde reclitspoisitie van een persoon giold, terwijl op grond van 'het A'ugiuistus-besluit met voorkennis der Classis reeds stappen waren gedaan, die niet meer ongedaan konden worden gemiaakt.
2e. D'0 Classis gaf in November verlof om tot • een anderen staat des levens over te gaan: dit • verlof was nooit begeerd of gevraagd.
3e. De Classis gaf dit ongevraagd verlof op ' grond van „groote en gewichtige oorzaken", terwijl ik ni mimer' i& ulke oorzaken heib a an ge voerd.
4e. De Classis deed dat alles buiten' mij[n • voorkenlniis, zonder eenig mondeling, of schriftelijk overleg.' 1
6e. Ik had mij, — om de bekende reden — mist het AligUBtüs-besltiit willen tevreden stellen. Indien de Classis eene aanvulling van dat Aug'ustusbeisluit wenschelijk oordeelde — een wenschelijkheid, die ik niet ontken — dan had zij toch geen recht haar Aug'uBtus-besluit te vernietigen om Art. 12 D. K. te fcumaen toepassen, maar zij zou de aan^ vuUing naar Art. 13 D. K. hebben moeten zoeken.
Immers mijn arbeid is niet minder geestelijk, dani die ^Han verzorgiers in onze gestichten en dan die van den verziorger onzer mUitairen-joingeliingen (Ds. P.). Om een; uitdroldciag van het besluit der Generale Synode van 1920 te gebruiken, ik werd geroepen „tot een - anderen dienst ten bate der . ' Kerken in het gemeen" of anders gezegd, miaar weer • in een uitdrukking uit de acta diier Synode: ik ' werd „geroepien langs 'den weg van Gods providenL ' tiesl beleid tot een betrekldnjg', waarin ik de mij geschonken gaven rijker gebruiken Icaja in den dienst ' van' Godsi Koninkrijk".
Indien de Uitdrukking „providènti'eele leiding^' ooit meer tlan een fraze is, dan in dit geval! Blijt tens een historie van 32 jaar.
Laat het zijn, dat er ten desen een leemte in de K. O. is. Maar — en alweer, citeer ik r; ; de. acta yan Leeuwarden, handelend over dit onderwerp •— „Zoolang deze leemte niet is aangevuld, • izullen onze kerken het beste doen, in geval zij oordeelenj dat laulk een Dlenaai des Woords den msm en eere van ©en D'ienaar kan behoudene hem niaar analogie van Art. 13 te em.eriteereUi maar in geen geval naar Art. 12 • hem verloif te vergunnen tot een ande-' ren staat dies levens over te gaan".
Er is 'inderdaad door de Classis Dordt zionder-: ling gehandeld in betrekking' tot recht eni rechts^ : vorm. Maar door de meerdere verg|adering(en) zal voor rechtsherstel worden gezorgd.. i
Ik mag eU' zal mijn roeping in het Woord met loslaten. Dit laatste is voor mij een consoiëntieizaak, wiaarvani ik ook alle co nsekwentiesi izad aanvaarden.
De toon van dit SLüK kan men — om het eens euphemisfeflh (in veraaclitendten vorm) uil te lixaldten — niet bepaald zalvend no& mien.
Wie DB'. Vionkenberg; kent, weet, id'at Mj liet uitnemtenld' bedoelt.
En wij' geven toe: in ©en pleidooi ten gupiste van eigen persoon steeids het juiste woord te treffen valt niet miee.
Intusschen is het te hopen, dat de wijze waarop zijii pleidooi werd voorgedragen, niet te zeer prifckele. •
Diait ziou aan dé g©wen!schte toenadering tusschen de olassis Dordrecht ©n hem niet bevoiiderlijk zijn.
De kans op toenadering is naar ons oordeel grooter gieworldien door een pubUcaltie van den Bonds-' secretaris, , den heeE Joh. T. de Lange.
Drongen wij' er een vorigie week op aan, dat d© instruoti© van den Bondsidirecleur zou worden overgelegd, yfaaruit blijken kon (wat wij onderL steldjen), dalt d© functie van Dis. Vonkenberg een uitgesproken geestelijk karaküer draagt, de heer fle Lange zond ons een afschrift van den benoemingisbrief, indertijd aan Ds. V. gezonden.
Wij" hebben hier diis niet t© doen met een stuk, dat voor de gelegienheid werd opgesteld om' de poisitie van Bs. V. te redden.
Het ging.aan d© gerezen kwiestie lang en bre€|d vooraf.
Men lette slechts opl dten datumi
Het luidt als vo, lgt:
D'en WelEerw. Heer Ds. J. E. Vonkenberg te Z^wijndrecht.
WelEerw. Heer en Broeder!
Voor de tweede maal beeft het bestuur van den Nederl. Bond van Jongelingsvereenigingen op Geref. Grondslag met algameene stemmen besloten u uittenoodigen de geestelijke leiding van den Bond te aanviaarden en u 'daaraan geheel te wijden.
IJ daarvan kennis gevende^ achten wij breede • (Omschrijving van de taaie, die ü aanvaardt, door als ' Bondsdirecteur op te treden, niet noodig.
Het valt niet te ontkennen', dat de tegenstellingen op geestelijk gebied zicb steeds meer toespitsen. De •geestelijke stroomingen van-onizen. tijd roepen het ' 'Gereformeerde volk tot intensiever arbeid.
De tijdgeest werkt krachtiger dam ooit te voren om de jongelingschaip los te maken van de Gereformeerde belijdenis en' om den band aan het Woord bij ' de (zionan - vaji Ctoiis'tUis' Keirk door te snijdaii.
Hier ügt voor ons do aanwijzing om niet te verflauwen, maar krachtiger nog dan tot heden te arbeiden onder de zonen van Gereformeerden huize tot het doen kennen en belijden der Gereformeerde • beginselen voor heel het leven, maar allereerst voor het leven der Kerk.
Al wat daartoe strekken-kan, ziedaar de ideële taak, waaraan door ü reeds 32 jaar werd gearbeid, maar waarvoor on, z© Bond voortaan uw geheele persoon wenscht.
Bond en Bondsbestuur izullen zich. verblijden, als u vrijmoedigheid zult vinden om deze herhaalde uitnoodiging te aanvaarden.
Verbinde de Heere aan de te nemen beslissing Zijm oiunisbaren zegen.
Met broedergroete en heilbede.
Namens het Bondsbestuur,
(get.) JOH. T. DE LANGE, Ie Secretaris.
Amersfoort. 17 Jiüi 1920.
Door d'ezten benoemingsbrief wordt alle twijfel omtrent dten aard van Ds-. VonkenbeirgS werk^laiamheid volkomen opgeheven.
Waarom zou hijl nieit ©venzeer in aanmetkïnig voor emeritaat 'komen als de geestelijke verzoi^ers aan ld© ki-ankzinnigiengöstichten en mins'tens zoo' goed als de legerpredifcant?
Jammer blijft het onderwijl, dat het BondSbestuuif niet ©er met dez© bekendmaking is gekomen.
Het hald van het Bondsdirecteurscihap' ©en velfkeerden indruk gegeven.
In een particulier schrijven aan otos zegt de Bondssecretaris letterlijk: „D-at in den aanvang toen de benoeming "van ©en Bondsidireoteur ter sprak© kwam^ ook idie mogelijkheid werd ingeidaoht dat een literator of jurist als zoodanig jn aanmerking zou ktmnen komen is, juist, maar de meeiderhead, van het Bondsbestuur heeft toch bij' nader inden^ ken van de positie van den Bondsidireoteur, steeds aan een theoloog de voorkeur gegeven".
Had het Bonidsbestuur van fleze frontvefandering nu ook openlijk kennis gegeven, veel misverstatoid ware voorkomen.
Wij' willen wel ©erlijkl bekennön: to^en wij' voor het eerst van de benoeming van Ds, . Vonkehberg' lazen, idachten wi| niet , anders, of hij^ zoiu verL zoeken om te mogen overgaan tot een anderein; staats des levens'.
Juist 'Omidat de idee bi| , on> s lee'Mie, dat hij' te'en plaats , gjng innemen, welke dooir ©en ïiiettheoloog evengoed kon wonden vervuld.
Uit de praktijk bleek' ons later, dat alleen leen theoloog 'sn dan liefst een predik'ant met ervaring er vo, or in aanmerking kon kom©n.
Daaruit is vo'lgens ons ook de uitspraak van d© classis na gehoo'rd advies van de deputaten der parüoulietie synode volk'om'en te verklaren.
Nu echter komt de z; aak in ©en geheel anjder licht te staan.
Daarom i, s er voor rensie der classical© ui'tspiraak' alle reden.
Wij spreken daarbij' den wensch uit, dat dezfe zaal£ niet op d© paiticulie-re Byn, ode kome, nog veel minder , o, p id© Generale Synode van 1923.
Ze kan, als wij' goed zien, heusch. wel opj die classis Dordrecht beëind, igid worden.
Men zoek© slechts toenadering van beide kantein en wachte niet op] d© and, ere partij' of zij' d'& eerste wil zijh
Ds. Vonlkenberg-kan ©r zijii leedlwezten over uitspreken^ dat vermoedelijk door niet voldoende publicatie de clasisis Dordrecht , een min juist begrip van het Bondsdireoteurschapi heeft verkregen alsmede daarover, dat hij' indertijd zijln aanvrage om emeritaatverklarinig heeft ingetrokken miet het verzoek zijh. laatste schrijven als onged'aan te beschouwen ©n , alSnog. de ^meritaatsverMaxing in behajndeling te nemen.
De clasisis Dordrecht kan DS'. Vonkenbelrg uJtnooiddigen een ©erstvolgenide vergadering bij te wonen, ten einde over idezl© aangelegenheid ©en saamspreking met hem te hebben.
En mits all© gevoeligheden, welkb onwillekeurig gerez'en zijn, worden ontzien, kaïn dez© zaak verder een aangenaam en bevmdigienJd verloop hebben.
Wij zouden niet weten, waarom dit geschil niet spoedig uit de wereld zou kunnen geholpen wO'rden.
D© w©g lijkt ons aangewezen.
HEPP.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 februari 1921
De Reformatie | 8 Pagina's