GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het studeeren der Ouderlingen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het studeeren der Ouderlingen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

IV.

Van twee gedachten 'behoo'rt men dan bij de O'nderhavige kwestie uit te gaan.

Vooreerst van dez©, dat de levenswijsheid, welk© ieder ouderling moeit sieren, voortdui"ende studie niet k: an missen.

Vervolgens hiervan, dat déze studie niet zóó mag worden ingericht, dat z: e de levenswijsheid verstikken zou.

Maar ho© kan dan de studie door den ouderling hel best worden aangevat?

Het vraagstuk over d© opleiding tot ouderling ga ik voorbij.

Dat raakt ons onderwerp' feitelijk niet.

'Het is hier niet in bet geding olf de ouderling een bijzonderen cursus moet volgen, vóór hij' in het ambt woirdt • bevestigd, of zooals anderen voorstellen definitief in functie treedt. 'S^SItt

Maar waarop' zijn studie m!oet gericht "wézeny als hij reeds - in bet ambt staat.

Het bevestigingsfo-rmulier spreekt niet over de noodzakelijkheid ©ener opleiding, m!aar wel over het voortgezette onderzioek, waartoe de ouderling verplicht is.

Evenmin als de predikant mag ook dei ouderling ooit ophouden te studeieren. , Beider studie zal vanzelf een ge^beel ander karakter dragen. 'Dö predikant is in den regel een wetenschappelijk gevormd man. De ouderling in den regel niet. Daarom zullen ze oO'k, hoewel het voorwerp van onderzoek hetzelfde is, verschillende middelen gebruiken. •

En daaroiver gaat het hier.

Trouwens, over de opleiding tot het ouderlingenambt heeft mijn m'ede-redacteur. Dr Dijik, kO'ri geleden in dit blad in zijn artikelenreeks „Die beproeving 'tot het ambt" reeds gehandeld.

Hij kwam daarin 'tot de cionclusie, dat zulk ©en opleiding niet verkieshjk is, omdat de voordeelea tegen de nadeelen niet opwegen.

Met deze co'Uclusie ben ik het van harte eens.

Ik Wil aan de redene-n, welke hij oipnoem't, nog deze toevoegen, dat zulk een O'pleiding maar al te licht ©en inte-llectualistiscb karakter zou dragen, dat onze ouderlingen al spoedig ziouiden wórden volgeslampt met tweede-of derde^hands geleerdheid, waarmee zij in de pradtijk blunder op blunder zouden slaan.

Zulk een oplossing ZO'U hun m. i. een olifant ithuis sturen.

Anders staat het met 'een door velen gewenscht Ouderlingenblad.

Want dat zou niet de geschiktmiaking tot het anibt bedoelen, maar het vo-o-rlichten van hen, die reeds in het ambt dienen..

Hier hebben we werkelijk een van de middelen, welke worden aanbiévolen om de ouderlingen in hun voontgezet 'Onderzloefc b.ehulp'zaam te zij'n.

Nu behO'Oren al zulk© middelen ons welkom te wezen.

Mocht ©r een ouderlingenblad uitkomen, ik z, al zij'n verschijning met vreugde begroeten.

Maar of het levensvatbaarheid zal hebben?

Dat hangt er geheel van af, boe het ingericht wordt.

Als bij de op, richling het bteield voor oogen zweeft van het DiacO'naal Corrlesp'Ondentieblad, z!aJ het dunkt mij: ©3'n doodgeboren kindeke zijn.

Het Diaconaal Correspondentiehlad nemend.

Onze diakenen zouden Jiet niet gaarne' missen..

Het beantwoiordt zoo giehöel aan zijn doel. Maar wanneer men voor dö ouderlingen in imi-.tatio daarvan heil zqekt, zou de mislukking voor de deur staan.

Allereerst mag niet vergeten worden, dat de diakenen ©en afgesloten coUe'ge vo'rmien.

De .ouderlingen niet. Deze vorm'en te'z'amen met de Dienaren des Wo'Ords den kerkeraad. Hun aangewezen raadslieden en voorlichters' zijn bun predikanten. Een O'uderlingenblad zou licht aanlei'iing' kunnen geven itot bet passeeren van eigen dienaren, als men raad wil inwinnen oim de opinie van a.ndere predikanten tegen hen uit te spelen.

Daarenboven zijn de aangewezien cioUeges van a.dvies de meerdere vergaderingen. Daar kan men zijn licht opsteken in wat ter behandeling van kerkelijke zaken duister is.

Daarom hebben d© ouderlingen een correspohdentieblad, gelijk de diakenen, niet noodig.

Iets anders zO'U bet weeën, wanneer er een blad voor vragen, het fcerkriecht be'treffende, het lioht zag. Maar dat zoiu dan vanzelf geen sp©:0iaal oiiderlingenblad zijn. Wilde het slaigen, dan z.ouden de hoogleei-aren in bet kerkrecht daarvan de redactie op' zich moeten nemen. Zij zouden zidh op die manier misschien itijd kunnen bespiaren, doior adviezen, die ze thans aan afZ'Ondeirlijfce p'ersonen of kerkeraden verstriekke'U, in druk vast te leggen en bij' gelijksoortige gevallen naar ©en vroeger gegeven in-, ^, ; lich.ting te kunnen verwijze-n. De uitgave van llut^Sriger's kerkelijke adviezen geeft aan deze idee groote aantrekkelijkheid. Bij bet lezen daarvan rijst de vraag: aaro'm mochten w© niet eer daarvan pro'fiteeren ? Dies te meer pleit ervo-or om oinzen hO'Ogleeraren te verzo-eken reeds bij bun leven buii|v adviezen te publiceeren, opdajt zij' de actualitsiiif; niet voor een deel verliezen.

Doch dit gaat buiten het ouderlingenblad ot& h En wat Z|OU men overigens daarin willen opi-ijjj nemen? .i

Bijna al wat. den' ouderling interesseert, interes-^' seert heel de gemeente.

Onderwerpen als huisbezoek, jeugdb ear beiding, zending en 'evang©lisatie warden daarom' in al onzie*: grootere kerkelijke bladen besproken.

Wij kunnen ons geen ouderlingenblad denkon, dat in deze boven onze gewone bladen' kan uitbieden.

Nog eens, verselhijnt 'eï een ouderlingjenblad eh^ liev/ijs'; het door zijn Inhoud, \TCilfcei dan speciaal het. oüderlingenamht moet raken, zijn bestaans'rechl, ik zal er mij arev Verheugen. V.oorloopig blijf ik echter een weinig soeptischj.

- Korte Lijnen uit fle Kerkoeschieflenls. II. (Slot).

Onder dez© korte lijnen moet ik op' nog een paar kromme lijnen wijfe^en. De eerst© vindt men op bl. 2Ö2:

„Hadden de btoeders van deze tweede reformatorische beweging eerst allerlei bezwaren, om zich kerkelijk aanstonds maar te voegen bij' de ireeds bestaande Gereformeerde Kerken dor eerste 'reformatorische bew^eging, onder Welke, j'bezwaren ' vooiral genoemd werd een Reglement, ''.•door de Synode ontwol'pien voor de Commissie of Baputaten voor correspiondentie met de Hooge Overheid, langzamerhand werd toch beiderzij'ds gevoeld, dat die beido kerkengroepien, die wezenlijk één waren, ook kerkrechterlijk vereenigd moesten worden."

Hiertegenoveï dient drieërlei gesteld:

Ten eerste', dat de broeders' uit de eerste reformalorische beweging: hun kerk den naam gaven van: Christelijke Gerefoirmeerde Kerk en dat het dus niet .aangaat te spreken van de reeds bestaande G.erefoirmeerdc Kerken. Zooals het hieï staat moet dit wel misleidend werken op htel jongere gieslacht, dat deze a.cilie niet heieft meegemaakt.. Zijl niiOieten wel vragen: maar als er neöds Gereformeerde Kerken bestonden, waaroml hieibben de broeders uit de Doleantie er zich niet dadelijk' bij' aangesloten? De schrijver van deze kointö lijnen nam! destijds het standpunt in, dat. dit ppk werkelijk had behooren 'te geschieden. En dat hij', die in den kruitdamp is geweest, z.ijn lOiorspironfeelijke mteening' niet geheel kon loslaiten en nög in zijn boek liet doorschemeren, laat zich tot op ziekere hoogte verschoonen. Maar de 'heer Meimia, de itegenwoordigo be werker, had deze kromime lijii toch m'oeten rochl buigen. Hij had moeien corrigeeren: de broeders van deze itwêede refoiTmatorisch© beweging hadden bezwaar om' zich kerkelijk .aanstonds tö voegen bij de Chris'telijk© Gerefopmeerde Kerk.

Ten tweede: het reglement van 1869 woirdl hier waarlijk al iLe onschuldig voorgesteld. Dit reglement gaf aan de Christelij'ke Gereformeerde Kerk een coüegialisch kai*afclei'. Prof. Bavinck erlcende dit in 1884 reeds ronduit en hoopte dan ook, dat dit spoedig veranderen zou.

Ten derde: nielt van de zijde der broiedters uit de itweede, maar uit die 'der eerste reformatorischle beweging reizen de meesibe" bezwaren te'glen de vereeniging. Toen in 1889 d© Synode der Döleerende Kerken t© Utrecht , op alle punten het concept der wederzijdsqlij© Deipuitaten had aanigertomen, verwierp 'tegelij'kertijd de Synode der Christelijke Gereformeerde Kerk te 'Bam'pen dit coincept. Gok ging het initiatief tot vei^eeniging uit van de Doleerende broeders.

Wij schrijven dit niet om' oude wo'nden open •te halen, maar aUefen uit waarheidsliefde, welke ons ook bij de beoetfeïiing der Kerkgeschiedenis moet leiden.

En nu nog deze kro^mim© lijh op deizelfde bladzijde :

„Sommigen zelfs gingen niiet mlee en Weven • als Christeltfke Gereformeerde Kerken afzonderlijk staan."

Ook dit is in strijd mfet de historie. De kerken als zoodanig vereenigden zich wettig. Later kwamen lei-bezwaarde broeders. Die scheidden zich van del Vereenigd.© Kerken af.

Ze bleven niet afzonderlijk staan, maar ze slichtten een nieuwe kerkengroep.

Deze no-emde zich: Christelijke Gereformeerde Kerk en niet Christelijke Gereflormleerde K e Ï ken, gelijk men hier leest.

Het reglement, dat de vroegere Ch'risLelij'ke' Gereformeerde Kefk had losgelaiten, namen .7, ij weer aan.

Daardoor werden ze weer coUegLalisitisch. Zij werden Kerkgenootschap. Tc; t zoover onze , aannii0r'kingi©n. Wij meenden die niet achterwege te moeten houden.

Aan het jonger© geslacht moeten de feiten naar waarheid worden voorgesteld.

Met vrijnioedighleid beivelen we de Korte lijnen van B.os-Mieima aan.

Mits m'en bij' de aangewezien kroimhile lijnen .met blauw potlood een uitroiepteefcen of .aindef.'teeken plaatst. ' , „. .'

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 februari 1922

De Reformatie | 6 Pagina's

Het studeeren der Ouderlingen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 februari 1922

De Reformatie | 6 Pagina's